Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Tag: grammatica

  • Met z’n tweeën

    Met z’n tweeën

    ‘Met twee’ is niet meer. Niet dat ik wil natrappen, maar die titel rammelde.

  • Uit elkaar gerukt

    Uit elkaar gerukt

    “Iemand die de boel ‘op komt ruimen’ of – wat ik zelf automatisch zou zeggen – iemand die de boel ‘komt opruimen’. Maar wat is de regel nu eigenlijk voor dat splitsen?”

  • Betty in vraag gesteld

    Betty in vraag gesteld

    “Het is geen blonde slagersvrouw, wiens naam begint met een b.” Geen speld is daartussen te krijgen. Iemand wiens naam met een b begint, is een vent.

  • Zich-hem

    Zich-hem

    Een verhaal over Jan en Piet die aan het scheren gaan.

  • Kraam

    Kraam

    Ben ik te beslist als ik beweer dat ‘kraam’ altijd een de-woord is? Met de Woordenlijst in de hand kun je inderdaad ‘bewijzen’ dat ‘het kraam’ ook kan.

  • Over hunnen en hennen

    Over hunnen en hennen

    Waarom zou je het moeilijk maken als het ook eenvoudig kan? Die wijsheid was in elk geval niet besteed aan de landmeter die het onderscheid tussen ‘hen’ en ‘hun’ uitvond.