Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Tag: grammatica

  • Word(t) je

    Word(t) je

    De telefoon gaat. De teletekstredactie aan de lijn. “Ruud, we hebben net de tekst van het Groot Dictee gekregen en we denken dat er een dt-fout in staat.” Ruud lachte, want hij had die opmerking verwacht.

  • Leve ik!

    Leve ik!

    De leraar Grieks weet zeker dat de titel van Anthierens’ biografie fout is: “Het is niet ‘Leve mij!’ maar wel ‘Leve ik!’”.

  • Genieten

    Genieten

    Twee jaar lang hebben ze van de hoogconjunctuur genoten. Zijn ze zich dan twee jaar lang aan eten, wijn en ander lekkers te buiten gegaan?

  • Op de trein?

    Op de trein?

    Als de spoorwegen nu ook eens het roken ‘in’ de trein verboden, dan zaten we pas echt comfortabel.

  • Werken, werken, werken

    Werken, werken, werken

    Als de restauratiewerkzaamheden aan een schilderij drie maanden zullen duren, wordt het schilderij dan niet in drie maanden gerestaureerd?

  • Hebben of zijn, dat is de vraag

    Hebben of zijn, dat is de vraag

    Is de politie opgetreden en heeft de pianist opgetreden? Ik mag naar goede gewoonte de knoop doorhakken.