Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Niet (in) het minst

Meneer De Wolf is boos. “Ik heb slechts middelbaar onderwijs genoten en dan nog meer dan een halve eeuw geleden,” schrijft hij me, “doch zulke blunders maak ik zelden of niet.” Bij herhaling heeft meneer De Wolf naar Bekende Vlamingen een mailtje gestuurd om hen te zeggen wat “hun geliefkoosde uitdrukking ‘niet in het minst’ betekent”, maar tevergeefs. Of ik het eens wil proberen? Graag zelfs.

Beste BV’s en anderen, er is een hemelsbreed verschil tussen ‘niet het minst’ en ‘niet in het minst’. Breder kan het niet zijn: de twee uitdrukkingen betekenen juist het tegenovergestelde.

‘Niet het minst’ betekent ‘vooral’. Als je ‘niet het minst’ zegt, bedoel je eigenlijk ‘het meest’ en dus ‘vooral’. Een paar weken geleden heb ik het al gezegd: maak het jezelf toch niet zo moeilijk door al die dubbele negaties.

‘Niet in het minst’ betekent ‘helemaal niet’. Draai de uitdrukking om en het wordt meteen makkelijker te onthouden. ‘In het minst niet’ betekent ‘zelfs voor het geringste deel niet’ en dus ‘volstrekt niet, helemaal niet’.

Doen we het echt zo dikwijls fout als meneer De Wolf beweert? Ja zeker. Vooral met ‘niet in het minst’ gaat het meestal mis. Of wat dacht je van deze wonderlijke boodschappen op internet? “In Utrecht is Argentijnse tango al jaren een begrip, niet in het minst dankzij het wekelijks tangocafé in Hofman.” Café Hofman moet wel een bijzonder lage dunk van zichzelf hebben.

Al die mensen die ten einde raad naar het koninklijke hof schrijven, doe geen moeite. De federale overheid windt er geen doekjes om in het cv van koningin Paola: “Zij voert ook een uitgebreide briefwisseling met de burgers, niet in het minst met hen die in moeilijkheden verkeren.”

Een bekende Vlaamse uitgeverij beweert dat al haar uitgaven van hoogstaande kwaliteit zijn, “niet in het minst door de aantrekkelijke vormgeving en de knappe illustraties”. Echte schoonheid zit vanbinnen, dat weten we toch allemaal?