Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Regeltjes

Wat een week hebben we achter de rug! Eerst stonden Vlaanderen en Nederland op hun kop omdat de Universiteit van Hull minder belang gaat hechten aan de beheersing van het Engels bij examens. En hup, daar gingen we. Maak de jongeren maar dommer dan ze al zijn!

Twee dagen later stond Vlaanderen op z’n kop omdat schrijfster Kristien Hemmerechts opnieuw zei dat zij in haar colleges creatief schrijven ook niet op elke spelfout hamert, maar vooral naar de inhoud kijkt. Maak de jongeren maar dommer dan ze al zijn!

En toen moest de nieuwe Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS) nog online komen, waarin volgens sommige Vlaamse kranten de regels versoepeld zouden worden. Schrijf ‘versoepeld’ en hup: maak de jongeren… etc.

Regeltjes. Volgens heel wat mensen bestaat een taal kennelijk uit onwrikbare regeltjes. Niemand kan zeggen wie die moet of mag maken, maar ze moeten wel gemaakt worden en zo strikt mogelijk nageleefd. Doe je dat niet, dan ben je dom, lui of nonchalant en vaak nog die drie tegelijk.

Regeltjesmensen beseffen vaak niet dat taalregels niet voorschrijven hoe het Nederlands gebruikt móét worden, maar hoe het in de praktijk gebruikt wórdt. Net zoals de wet van de zwaartekracht niet voorschrijft dat een appel naar beneden móét vallen, maar wel beschrijft dat hij dat dóét.

Als medehoofdredacteur van de Dikke Van Dale kan ik het volgende zeggen. Een woordenboek schrijft niet voor welke woorden je moet gebruiken. Het beschrijft welke woorden wij, Nederlandstaligen, gebruiken en welke betekenis wij eraan geven. Dat een keuken een plaats of vertrek in een huis of gebouw is, speciaal ingericht om voedsel te bereiden, is geen decreet van de hoofdredactie van de Dikke Van Dale. Daar zijn wij allemaal samen toe gekomen in de loop der eeuwen.

Wel kun je de Dikke Van Dale prima gebruiken als je je strikt aan de regels wilt houden: het woordenboek beschrijft de betekenis van een woord zo precies mogelijk. Gebruik je dat woord ook in die betekenis, dan hou je je aan de regels. Niet die van Van Dale, maar die van ons allemaal.