Precies twee maanden geleden hebben we thuis (eindelijk) zonnepanelen op ons dak gelegd. Alleen hebben die de laatste dagen niet veel opgeleverd. Geen licht is geen stroom. Zo gaat dat nu eenmaal met fotovoltaïsche cellen.
De media hebben het er deze week over gehad. Volgens de energiespecialist van VRT NWS, Luc Pauwels, zitten we in een ‘Dunkelflaute’. Dat klinkt als een Duits woord en dat is het ook.
Onder Dunkelflaute verstaan de Duitsers een periode waarin vrijwel geen zonne- en windenergie kan worden opgewekt door gebrek aan zonlicht en wind. Dat is de definitie van het woord in het onlinewoordenboek Duits-Nederlands. Een echte vertaling ontbreekt.
Het woord is een combinatie van Dunkel en Flaute. Dunkel betekent ‘donker’ en Flaute is ons woord ‘flauwte’, een periode van windstilte. Een donkere windstilte, dus. Het is zo’n precies begrip dat het Duitse woord zelfs in het Engels weleens opduikt.
Dat het woord Duits is, is niet toevallig. Duitsland zet al een hele tijd fors in op duurzame energie. Daardoor is het land ook afhankelijker van de weersomstandigheden. In de wintermaanden wordt het geregeld geconfronteerd met donkere, windstille dagen, waardoor op een andere manier stroom moet worden opgewekt. Dat vroeg gewoon om een nieuw woord.
Hebben we een Nederlands woord voor Dunkelflaute? Niet echt. Het Nederlandse KNMI gebruikt energieflauwte, maar ruim verspreid is die term niet.
Misschien wordt het tijd om dunkelflaute in de online versie van de Dikke Van Dale te zetten, nu we volop in een energietransitie zitten. Zo gespeld, met kleine letter. Zelfstandige naamwoorden die aan het Duits zijn ontleend, zeggen de spellingregels, worden in het Nederlands met een kleine letter geschreven.