Ze zijn alert, de lezers van mijn wekelijkse taalmail. Als ik op de sportredactie werkte, zou ik zelfs zeggen dat ze uitermate attent zijn. Is je dat ‘attent’ ook al opgevallen? Ik stel me de gekste dingen voor als de doelman attent op een aanval reageert. Ik zie hem al een stap opzij zetten – en voor deze ene keer moet je dat letterlijk opnemen – en met een wijd gebaar de spits uitnodigen om de bal in het doel te trappen. Dat is attent, toch? ‘Attent’ mag van Van Dale ‘oplettend’ betekenen. Maar zoals ik al zei, de lezers van mijn taalmail zijn alert.
Ik had nog maar net op de verzendknop geklikt of ik krijg een voorzichtig berichtje terug: of er heel misschien niet een foutje in de taalmail staat? Begrijp dat als: in mijn toelichting. Dat er taalfouten van collega’s in staan, daar kijkt niemand meer van op. Grapje. Het zou natuurlijk kunnen dat ik koeterwaals geproduceerd heb, want ook mijn taalknobbel is niet elke dag in goeden doen, zeker niet in de betekenis die sportjournalisten aan die uitdrukking geven: niet in topvorm. Andere Nederlandstaligen die in goeden doen zijn, zitten goed in de slappe was.
Maar ik wijk af. De vraag van mijn alerte en attente lezers is of ‘naar analogie met’ wel goed Nederlands is. Moet dat niet ‘naar analogie van’ zijn? Volgens Van Dale wel. Die kent alleen maar ‘analoog met’ en ‘naar analogie van’. Heb ik de twee door elkaar gehusseld? Misschien wel, maar daarom is het nog niet fout. ‘Naar analogie met’ komt in het hele taalgebied voor, in België is het zelfs de gebruikelijkste vorm en de verzamelde taaladviseurs van het taaladviesoverlegcomité – mijn hooggeachte collega’s – hebben er geen bezwaar tegen. Heel attent van ze.