Om de zoveel tijd mag ik ergens in het land gaan praten over de taal bij de VRT. Uiteraard laat ik bij die gelegenheden nooit na te zeggen hoe goed wij wel met onze taal omgaan. Zonder uitzondering eindigt zo’n avond met een rood aangelopen toehoorder die zich veel te lang heeft moeten inhouden voor hij het eruit mag gooien: “Maar met dat verfoeilijke ‘Thuis’, meneer, werkt u mee aan de taalverloedering. U geeft het slechte voorbeeld en iedereen aapt dat na!” Zever, gezever.
Er zijn zo van die mythes die je de wereld niet uit krijgt. Dat de televisie een grote invloed op het taalgebruik heeft, is er zo een. Als het al zo was, dan is die invloed in elk geval bijzonder selectief. Hoe verklaar je anders dat twintig minuten tussentaal in ‘Thuis’ meer invloed zou hebben dan uren standaardtaal in de overige programma’s? Waarom dan wel zou iedereen de taal van Frank Bomans overnemen maar niet die van Martine Tanghe? Zever, gezever.
Wees eens eerlijk. Heb jij, beste lezer, werkelijk al één keer gedacht: hé, die of die bij de VRT zegt dat zo op het scherm, laat ik dat dan ook maar doen? Nee, toch. En stel dat het toch zo was, zou je dan niet bewust proberen de zinsbouw van Martine Tanghe na te doen, eerder dan die van Frank Bomans?
Ik geloof er niks van, van die grote invloed. Vanaf zijn zesde jaar heeft een kind zijn taal al behoordelijk onder de knie. Uiteraard leert het nog wel woorden bij, maar zijn uitspraak en zinsbouw liggen al heel jong vast. Mij maak je niet wijs dat de 55-plussers – twee derde van onze kijkers – zich door het taalgebruik van de VRT laten beïnvloeden. Zever, gezever.
Heeft ons taalgebruik dan helemaal geen invloed? Moeten we het dan helemaal niet verzorgen? Dat ook weer niet. Ketnet moet zijn taal zelfs heel bewust verzorgen, want de jongste Ketnet-kijkertjes zijn hun taal nog volop aan het leren. En zelfs de oudere kijkers pikken af en toe nog wel eens iets op, omdat ze het leuk vinden. Waar komt dat ‘zever, gezever’ vandaan, denk je?