Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Mahere tetting

Reizen doen we om te leren, ook al is het maar een weekje tussen kerst en nieuw in de overigens niet te versmaden Voerstreek. ‘We’ zijn al ruim vijftien jaar een steeds ruimer wordende groep vrienden, bestaande uit één West-Vlaamse, één Oost-Vlaamse, één Nederlander, een paar Brabanders en een bende hele en halve Limburgers.

Even na middernacht – gelukkig nieuwjaar! smak, smak, smak – was Sandrine te gast bij Clouseau in het Sportpaleis. Van de West-Vlaamse in het gezelschap wisten we al dat ze de tv in brand steekt als ze hem aanzet en hem later op de avond dooddoet. Kortom, we zijn al wat van haar gewend. Maar het feestgedruis viel meteen stil toen ze opmerkte dat Sandrine toch wel ‘e mahere tetting’ is.

Wij mannen, zeg maar ‘heren’, begonnen onwennig heen en weer op onze stoel te schuiven, wetende dat wij in dit overwegend vrouwelijke gezelschap nooit zulke euh … ontboezemingen zouden doen. Wij zijn allemaal fans van de strips van Jeroom in Humo, maar zouden het t-woord nooit voor onze dierbare vriendinnen en vrouwen gebruiken.

De ontzetting bij ons, mannen, werd nog groter toen ook Koen Wauters ‘e mahere tetting’ bleek te zijn. Sommigen onder ons zijn intussen op een leeftijd en omvang gekomen dat ze – toegegeven – minstens een cup A aan kunnen, maar wie spreekt een man daar nu op aan?

Bleek dat een tetting niets, maar dan ook niets met rondingen te maken heeft. Het is een doodgewone regenworm. Toen zag de rest van het gezelschap het licht en zat de sfeer er weer in.

West-Vlamingen klagen er vaak over dat ze ondertiteld worden. Mieke Berendsen heeft onlangs gezegd dat we dat – terecht – niet meer zullen doen als ze alleen maar ‘mahere’ in plaats van ‘magere’ zeggen. Maar wie het over de ‘tettingen’ van Sandrine heeft, moet ondertitels op zijn buik kunnen verdragen.