Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Uitbreiden

“Het stort voor industrieel afval mag met 23,5 hectare uitbreiden.” Dat schreef ik in mijn Taalmail van vorige week. Een van mijn lezers twijfelt eraan of mijn correctie wel een verbetering is. “Kan dat wel?”, vraagt hij zich af. “U gebruikt ‘uitbreiden’ als een onovergankelijk werkwoord. Volgens Van Dale is het alleen maar overgankelijk en wederkerend.”

Voor wie het niet zo goed meer weet: een overgankelijk werkwoord heeft een lijdend voorwerp bij zich, een onovergankelijk niet. Volgens Van Dale kan het stort zelf niet uitbreiden en kun je alleen maar zeggen dat de eigenaar het stort met 23,5 hectare mag uitbreiden. Iemand breidt iets uit. Volgens Van Dale tenminste.

Iets breidt zich uit, ook volgens Van Dale. Een ziekte breidt zich uit, een olievlek breidt zich uit. Dat wel. Maar een stort dat zich met 23,5 hectare uitbreidt? Ik geloof er niets van. Voor iets zich kan uitbreiden, moet er toch wel enige actie van uitgaan.

Wat Van Dale ook mag beweren, ‘uitbreiden’ komt ook zonder lijdend voorwerp voor. Even googelen en je vindt in het hele taalgebied duizenden voorbeelden. Dell wil uitbreiden in India, de kermis in Alphen wil uitbreiden, in 2007 gaat Ahoy’ uitbreiden en Colruyt wil uitbreiden op de terreinen van de suikerfabriek in Veurne. Niks mis mee. Ook grammaticaal niet.

Nu maar hopen dat de redacteuren van Van Dale meelezen. Dan kan de volgende Dikke weer wat uitbreiden.