Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Het opwindende zijn

“Vind jij de volgende zin ook zo vreemd? ‘Hij wond de wekker op en daarna zijn vrouw.’ Dat kan toch niet, he?” Nee, dat kan niet. Om te beginnen hoeven de meeste wekkers niet meer opgewonden te worden en – om het wat taalkundiger te bekijken – je mag een woord niet weglaten als het in twee verschillende betekenissen gebruikt wordt.

Misschien ben ik wel wat streng als ik de zin helemaal afkeur. Je kunt de verkeerde samentrekking ook een stijlfiguur noemen. Met een prachtig woord – een van mijn lievelingswoorden – noemen we ze een ‘zeugma’, dat je naar keuze met een eu of ui mag uitspreken. Andere voorbeelden zijn ‘hij schoot in zijn been en in de lach’ en ‘de dief nam het geld en de benen’. Grappig zijn ze soms wel, die zeugma’s, maar je kunt je er ook ongewild belachelijk door maken.

Soms zijn zeugma’s ook echte taalfouten. Met een eenvoudig woordje als ‘zijn’ gaat het dikwijls mis omdat het verschillende functies en betekenissen kan hebben. Neem nu Piet Piraat. Hij is de achterkleinzoon van Karel Karolus Piraat en de kapitein van de Scheve Schuit. Daar is niets mis mee: ‘is’ is in beide gevallen koppelwerkwoord – het staat bij een zelfstandig naamwoord – en daarom kan het tweede ‘is’ weg.

Stien Struys is de stuurvrouw van de Scheve Schuit en is nog nooit overboord geslagen. Het eerste ‘is’ is een koppelwerkwoord, het tweede ‘is’ een hulpwerkwoord – het staat bij een voltooid deelwoord – en mag dus niet weg.

Berend Brokkenpap is de scheepskok en is even aan land om groenten te kopen. Ook nu mag het tweede ‘is’ niet weg, want het is een zelfstandig werkwoord: ‘is’ betekent ‘bevindt zich’.

Zo. Dan zet ik er nu een punt achter en een kopje koffie.