Mag ik ook eens een voorstel doen voor een supermegaministerraad? Verbied dat een plaats meer dan één naam heeft of verbied dat er uitgerekend in een plek met een dubbele naam vergaderd wordt. De afgelopen weken was het weer prijs: onze ministers vonden het nodig om in Gembloux-Gembloers te gaan zitten en het Sociaal Wereldforum kwam samen in Bombay-Mumbai. En de media, zij wisten niet meer waar ze waren.
Gembloux of Gembloers? Zeg maar Gembloux. Volgens de wet moeten we waarschijnlijk Gembloers zeggen – de Taalwetwijzer weet het ook niet zeker -, maar die naam wordt in de praktijk nauwelijks gebruikt. Op internet, een goede graadmeter voor het dagelijkse taalgebruik, komt Gembloux zestig keer zo vaak voor. In Nederlandse teksten, jawel. En onze tv-collega’s staan simpelweg voor aap als ze bij het bord Gembloux zeggen dat ze in Gembloers staan te verkleumen.
In de regel gebruiken we de Nederlandse naam van een Franstalige gemeente als het om een grote en bekende plek gaat. De meeste Vlamingen noemen Doornik, Luik, Namen, Waver en Nijvel zo, dus wij ook. Gemeenten met taalfaciliteiten voor Nederlandstaligen noemen we uit respect voor de Vlamingen die daar wonen bij hun Nederlandse naam: Vloesberg (Flobecq), Komen-Waasten (Comines-Warneton), Moeskroen (Mouscron). Minder bekende Franstalige gemeenten die ook een Nederlandse naam hebben, noemen we bij hun Franse naam. We hebben het over Grez-Doiceau en niet over Graven, over Oreye en niet over Oerle, over Lincent en niet over Lijsem.
Als de Nederlandse naam onze luisteraars in verwarring kan brengen, dan gebruiken we hem zeker niet. Wie Lummen hoort, denkt meteen aan Limburg en niet aan het Waals-Brabantse dorp Zétrud-Lumay. Wie Deurne hoort, denkt aan Antwerpen en niet aan Tourinnes-la-Grosse. Vaak zijn die Nederlandse namen alleen bekend bij de streekbewoners, en meestal niet de jongste. Een inwoner van Landen – mijn schoonvader van zeventig bijvoorbeeld – spreekt wel eens over Raatshoven, maar heeft de rest van Vlaanderen het niet over Racour?
De dubbele namen zijn helaas niet tot België beperkt. Ook in India kennen ze er wat van. Zo organiseren ze daar een topontmoeting in Mumbai, dat wij met z’n allen kennen als Bombay. Laten we die stad voorlopig zo maar blijven noemen. We zijn niet alleen. Betogers die het geld niet hadden om naar India te reizen, zijn dan maar naar het Belgische dorpje Bombaye, bij Luik, gekomen. Wie had begrepen waarom ze dat deden, als we het keurig bij zijn Nederlandse naam hadden genoemd: Bolbeek?