Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Objectief Doelstelling

Dinsdagmiddag wil de België-correspondent van ‘NRC Handelsblad’ me dringend spreken. Hij wil een stuk schrijven over het belabberde Nederlands van onze politici. In haar scriptie concludeert de kersverse taalkundige Annelies Van Laere dat oudere politici aanmerkelijk beter Nederlands spreken dan de jongere. Of ik het daarmee eens ben, wilde de NRC-correspondent weten.

Nu is het natuurlijk een delicate kwestie om als taaladviseur van de publieke omroep een uitspraak te doen over de taalbeheersing van de Vlaamse politici. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt, nietwaar? Maar toch liever niet op de manier zoals de meeste broodleveranciers spreken. Laat ik me maar verbergen achter de suggestie van een taalgevoelige kijker. Misschien moet Phara de Aguirre systematisch de taalfouten van onze politici maar eens gaan verbeteren, stelt hij voor. Maar, voegt hij er fijntjes aan toe, ‘TerZake’ mag waarschijnlijk geen twee uur duren.

En toch. Het hart van een taaladviseur bloedt als hij in koeien van letters op zijn scherm ‘Objectief 200 000’ ziet staan. Voor dat bord kondigden de ministers trots aan welke maatregelen ze allemaal genomen hadden om tegen 2007 tweehonderdduizend nieuwe banen te scheppen.

Daar sta je dan als omroep die zijn taal wil verzorgen. Een objectief, heren en dames politici, is een lenzenstelsel. Wij hebben objectieven, namelijk in onze camera’s. U, dames en heren politici, hebt uzelf een ‘doel’ gesteld: u wilt meer werkgelegenheid scheppen. Iedere VRT-medewerker had u dat kunnen zeggen. We hebben net allemaal onze ‘doelstellingen’ voor 2004 geformuleerd.

‘Objectief’ in de zin van ‘doelstelling’ is slecht vertaald Frans. Ja, ik berijd weer eens mijn gallicistische stokpaardje. Maar zou jij, beste lezer, het in het Frans over een ‘mise en but’ hebben? ‘Doelstelling’ letterlijk vertaald, weet je wel. Nee? Dan moeten we ook aannemen dat een ‘objectif’ niet altijd een ‘objectief’ is.