Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Onder de douche

Niets zo lekker als een lauwe douche om het plakkerige weer van de afgelopen dagen weg te spoelen. Dat vindt ook Dirk, een van onze kijkers. Maar hij heeft een probleem: “Wat doe ik als ik onder de douche sta?” Met een beetje fantasie kan een mens daar van alles doen, maar daar is het Dirk niet om te doen. “Douch ik of douche ik?” Dat wil hij weten.

Dat is weer eens – met een behoorlijk flauwe woordspeling – een aardig varkentje om te wassen. Want – en mijn trouwe lezers hadden het waarschijnlijk al voelen aankomen – de Woordenlijst blinkt ook over deze kwestie uit in onduidelijkheid. Ze vermeldt namelijk niet hoe je de eerste persoon van de tegenwoordige tijd moet spellen. Alleen de verleden tijd en het voltooid deelwoord staan erin. Misschien kunnen die ons een hint geven.

‘Douchen’, ‘douchte’, ‘gedoucht’ lezen we in de Woordenlijst. De stam van het werkwoord ‘douchen’ is dus zo te zien ‘douch’, want de verleden tijd heeft de vorm ‘stam+te’. Haal ‘te’ van ‘douchte’ af en ‘douch’ blijft over. In dat geval moeten we ‘ik douch’ spellen, want de eerste persoon enkelvoud is op een paar uitzonderingen na gelijk aan de stam.

Ook geschrokken van ‘ik douch’? We zijn niet alleen. Op internet schrijven 186 mensen ‘ik douche’ en 13 mensen ‘ik douch’. Mijn spellingchecker heeft een bloedhekel aan ‘douch’. Terwijl ik dit tik, zet hij onverbiddelijk een rode streep onder ‘douch’. Kijk, hij doet het weer.

Maar moet die e er nu staan of niet? Bij Engelse werkwoorden spellen we de e als je de stam verkeerd uitspreekt als de e er niet stond. Mogen we dat principe ook op Franse werkwoorden toepassen? Hallo, Groene Boekje? Spreken we de e wel uit? In het zelfstandig naamwoord ‘douche’ zegt de ene ‘doe-sjuh’, de andere ‘doesj’. Maar ik heb nog niemand ‘ik doe-sjuh’ horen zeggen. ‘Ik doesj’, zo zeggen we dat. Maar de e van ‘ik fondue’ hoor je ook niet en toch spelt de Woordenlijst die e wel. Van Dale doet dat overigens niet en spelt ‘ik fondu’.

Moraal van het verhaal? Waarschijnlijk is het ‘ik douch’, maar zouden de redacteuren van de Woordenlijst dat even willen bevestigen of ontkennen? Misschien in een volgende editie? Kijker Dirk zou dat op prijs stellen. En ik ook.