Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Afgesneden kelen en andere ongemakken

Geheel onverwacht zaten ze maandag met een vervelende vraag in ‘Vrouwentongen’. Kun je bij een vrouw de adamsappel oversnijden? Lijkt me eerder iets voor ‘Jongens en wetenschap’, maar alla. De jongen van de wetenschap in mij zei dat het niet kon, want vrouwen hebben geen adamsappel. Ze hebben wel een strottenhoofd, zoals iedereen, maar alleen bij mannen is de bovenkant ervan stevig ontwikkeld tot een ‘adamsappel’. Vandaar.

Maar zelfs als een vrouw zo’n adamsappel had, dan nog had ik gezegd dat je hem niet kunt oversnijden. De jongen van de taalwetenschap in mij weet namelijk dat ‘oversnijden’ geen Nederlands is. Alle werkwoorden waarin ‘over’ aangeeft dat er iets stukgemaakt wordt, deugen niet.

Een draad knip je niet zomaar ‘over’. Vraag dat maar aan Frank Focketyn. ‘Doorknippen’ kun je hem wel. De enige hamster die ik ooit gehad heb, Brammetje (die ik – geheel terzijde – beter Krengetje had kunnen noemen), heeft jaren geleden net niet een stroomsnoer ‘stukgeknaagd’. Dat heb ik kunnen voorkomen. Dat ze onlangs een telefoonkabel in onze straat ‘kapotgetrokken’ hebben, dat niet. En ook niet dat ze die arme journalist van de Wall Street Journal de keel ‘afgesneden’ of ‘doorgesneden’ hebben.

Fortuinlijker is de man die met één been over van zijn skivakantie teruggekomen is. Het had allemaal veel erger kunnen zijn: hij had allebei zijn benen kunnen verliezen. Nu heeft hij er tenminste nog een over. Het is dan wel ‘gebroken’, maar als alles goed gaat, groeit het bot gauw weer aan elkaar.

Nog gelukkiger is de man die alleen maar gekwetst van zijn vakantie thuisgekomen is. Gekwetst is hij vanbinnen. Lichamelijk leed heeft hij niet geleden. Als ze zijn knie kapotgestampt hadden – hoorde ik daar toch weer iemand ‘overgestampt’ mompelen? -, dan was hij ‘gewond’ geraakt. Tenzij hij voetballer is. Dan was hij ‘geblesseerd’. Het leven zit vol ongemakken. Talige en andere.