De afgelopen week hebben wij en de taliban – maar zij van dichterbij dan wij – kunnen kennismaken met een nieuwe bom. Hoewel, nieuw … Naar verluidt hebben de Amerikanen een voorloper ervan al gebruikt in de jaren zestig tegen de Vietcong. De bom heeft de naam BLU-118/B gekregen en is een zogenoemde – ik hou het voorlopig nog even in het Engels – ‘thermobaric bomb’.
Hoe noemen wij zo’n ding? In elk geval niet BLU-118/B. Echt welluidend en handig kun je dat niet noemen. Dus moeten we iets aanvangen met ‘thermobaric bomb’. Ik ben geen militair expert – en tussen haakjes, die twee woorden rijmen op elkaar – maar ik weet zeker dat wij een ‘bomb’ een ‘bom’ noemen. Maar wat met ‘thermobaric’?
Naar goede gewoonte waren we het weer eens grondig met elkaar oneens. ‘We’ zijn in dit geval twee grote taalspelers in Vlaanderen: de VRT en de krant ‘De Standaard’. De VRT had het over een ‘thermobarische bom’, de Standaard over een ‘thermobare bom’. Nu ben ik heus wel een loyaal en toegewijd personeelslid van de VRT, maar volgens mij had de Standaard het bij het rechte eind.
Zo’n ‘thermobaric bomb’ veroorzaakt in een tunnel of grot – sorry, kenners, als ik niet helemaal precies ben – een vuurwolk van 3000 graden en een immense drukgolf, waardoor alle zuurstof er verdwijnt. De hitte zit in het woorddeel ‘thermo-’, de druk in ‘‑baric’.
‘Thermo-’ is geen probleem. Dat kennen we ook, bijvoorbeeld van de ‘thermometer’. Maar als het over druk gaat, ken ik alleen maar de ‘isobaren’ op de weerkaarten van Frank en Sabine: de lijnen die de punten met gelijke druk verbinden. Volgens het woordenboek bestaat ook het bijvoeglijk naamwoord ‘isobaar’. In de medische wereld is ook de ‘hyperbare zuurstoftherapie’ bekend, waarbij de patiënt bij hoge druk (‘hyper-’) zuivere zuurstof toegediend krijgt. Hoogtestages kun je nabootsen in een ‘hypobare’ kamer, met onderdruk (‘hypo-’). Het lijkt er dus op dat we in het Nederlands het achtervoegsel ‘-baar’ gebruiken. De Standaard had gelijk: de Amerikanen hebben ‘thermobare bommen’ ingezet.