Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Beschutte(nde) werkplaats

Een paar dagen geleden vroeg iemand me of we het hebben over een ‘beschutte’ of een ‘beschuttende’ werkplaats. Ik had me nog maar net voorgenomen om daar ook eens een column aan te wijden, of ik hoopte dat er ook zoiets als een ‘beschutte(nde) slaapplaats’ bestond. Met de eerste zon zijn de eerste muggen er ook en voor die beestjes ben ik ’s nachts een menselijke ‘Comme chez soi’, denk ik soms. Maar dat geheel terzijde.

Eigenlijk hebben we geen keus in deze zaak. We móéten ‘beschutte werkplaats’ zeggen omdat het zo in het Sociaalrechtelijk Woordenboek staat. De terminologie van dat woordenboek is verplicht voor alle officiële documenten en het lijkt me wenselijk dat wij ze dan ook gebruiken.

Met zo’n gezagsargument beantwoord je natuurlijk niet de kern van de vraag. Waarom ‘beschut’? Is ‘beschuttend’ niet veel logischer? Zo’n werkplaats beschut toch z’n werknemers? Het hangt er nog maar eens van af hoe je de zaak bekijkt.

Een beschutte werkplaats, zegt het woordenboek, is een “werkplaats waar het arbeidsmilieu is aangepast aan de individuele geestelijke en lichamelijke toestand van hen die niet in staat zijn arbeid te verrichten onder de normaal in het arbeidsproces voorkomende omstandigheden.” De overheid bekijkt de zaak kennelijk zo: de werkplaats en het personeel zijn beveiligd tegen de normale economische omstandigheden, lees de keiharde concurrentie. Ze bedoelt dus niet dat de werkplaats zelf beschutting biedt aan de personen die er werken.

In het Frans heet een beschutte werkplaats een ‘atelier protégé’. Daarom hoor je ook wel eens ‘beschermde werkplaats’. Je zou dat een gallicisme kunnen noemen, in elk geval is het niet de officiële term. Overigens zie je, beste lezer, dat ook in het Frans de werkplaats beschut wordt en niet zelf beschut. Anders had ze misschien een ‘atelier protégeant’ geheten.

De Engelsen hebben het over een ‘sheltered workshop’ en de Denen over een ‘beskyttet værksted’. Vreemd genoeg geldt onze redenering niet voor het Duits. In die taal hebben ze het over ‘beschützende Werkstätten’, ook onze eigen overheid. Maar ze spreken ook van ‘geschützte Werkstätten’. De kerk in het midden houden, heet dat. En dat hoort zo in de Goede Week (niet de Heilige Week, StuBru, dat is een gallicisme).