Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Ei-genaardigheden

Zou je niet eens iets schrijven over de verkiezingen, vroeg de redactie van ‘Open Kaart’ me een paar weken geleden. Dat is zo leuk voor onze lezers, dat je stukje bij de actualiteit aansluit. Je weet wel, zoals dat stukje over de euro begin dit jaar? Over verkiezingen weet ik niet zo veel te vertellen, maar dat je de laatste tijd alles met ei moet wantrouwen, weet ik ook als taaladviseur maar al te goed.

Elke keer weer zit het kreng – ook een toepasselijk woord in deze tijden – in het Groot Nederlands dictee en elke keer weer spel ik het fout: ‘in het gevlij komen’. Waar komt die lange ij daarin toch vandaan? Die lijkt me zo onlogisch. Als je iemand naar de mond praat, dan ‘vlei’ je hem. Maar al sluit ‘in het gevlij komen’ daar qua betekenis bij aan, de uitdrukking zelf heeft niets met ‘vleien’ te maken. ‘Vlijen’ moet je hier opvatten als zich plooien, zich schikken naar de wensen van een ander. Vroeger zeiden ze ook wel ‘stenen vlijen’ als ze ‘stenen schikken’ bedoelden.

Dat je ‘uitweiden’ zo spelt, heb ik ook altijd al vreemd gevonden. Hoe komen ze erbij? Het lijkt wel of je het over een weide hebt. Vreemd genoeg klopt dat ook. Oorspronkelijk kon alleen vee ‘uitweiden’: buiten de weide gaan om ‘wijd en zijd’ gras te zoeken. Van daar is het maar een kleine stap naar de betekenis ‘afdwalen’. En wie afdwaalt van zijn gespreksonderwerp en ‘wijd’-lopig spreekt, is aan het uitweiden. Om helemaal volledig te zijn: ‘uitwijden’ bestaat ook. Als oma te veel taartjes heeft gegeten en daarom haar jurk breder heeft moeten maken, dan heeft ze hem moeten uitwijden, wijder maken.

Iets vergelijkbaars is er aan de hand met ‘weids’ – ja, zo spel je dat. ‘Weids’ heeft etymologisch helemaal niets met ‘wijd’ te maken. Het is dezelfde ‘wei’ als in ‘weitas’, ‘weimes’. Oorspronkelijk betekende het groots, prachtig, luisterrijk, monumentaal. Onder invloed van ‘wijd’ is ‘weids’ groot in ruimtelijke zin gaan betekenen. Maar let op: als oma met haar uitgewijde jurk van daarnet in de Alpen staat, staat ze met iets ‘wijds’ in een ‘weids’ landschap.

Is er geen pijl op te trekken, denk je nu? Zoek dan maar ’s op of je niet ‘peil’ bedoelt.