De technici hadden de afgelopen week een probleem. Eentje vond dat het meervoud van ‘chef-technicus’ alleen maar ‘chefs-technicus’ kan zijn. De rest was het grondig met hem oneens en keurde alleen maar ‘chef-technici’ goed. Jammer voor die ene, maar de meerderheid had gelijk. Eén chef-technicus, twee chef-technici.
Maar waarom? Voor het meervoud van tweeledige functiebenamingen geldt dat het deel dat de eigenlijke functie aangeeft, de meervoudsuitgang krijgt. Dat deel wordt gezien als het kernwoord, het andere deel is een nadere bepaling bij dat kernwoord. In dit geval is het kernwoord, de functieaanduider, ‘technicus’. De extra bepaling zit in het element ‘chef’. In het meervoud krijg je daarom ‘chef-technici’. Dezelfde redenering geldt voor ‘chef-koks’, ‘chef-redacteuren’, ‘chef-dirigenten’.
In andere functiebenamingen is de verhouding tussen de twee delen duidelijker. Neem ‘kandidaat-notaris’. Het deel dat de functie aangeeft, is ‘notaris’. ‘Kandidaat’ is een nadere bepaling, het is zelf geen functiebenaming. Net zo is het met ‘adjunct-adviseur’. De functie is ‘adviseur’, de bepaling ‘adjunct’ wijst erop dat hij de hulp is van een hogere adviseur. In zulke gevallen is het duidelijk dat alleen het kernwoord in het meervoud komt te staan: ‘kandidaat-notarissen’, ‘adjunct-adviseurs’.
Als de twee delen van de functiebenaming evenwaardig zijn, dan krijgen ze in de regel allebei een meervoudsuitgang. Een ‘vertaler-tolk’ is tegelijk vertaler én tolk. Beide delen zijn evenwaardig en daarom krijgen ze allebei een meervoud: ‘vertalers-tolken’. Gezelle was een ‘priester-dichter’, hij was tegelijk priester én dichter. Had hij een broer gehad die dezelfde functies combineerde, dan waren ze samen ‘priesters-dichters’. Muzikanten die tegelijk zingen en gitaar spelen zijn ‘zangers-gitaristen’.
Maar zo eenvoudig – hoewel? – kan het in het Nederlands natuurlijk niet zijn. Steeds vaker hoor je mensen het hebben over ‘vertaler-tolken’, ‘priester-dichters’ en ‘zanger-gitaristen’, meervouden die de meeste taaladviseurs zeker niet afwijzen. Er lijkt een tendens te bestaan om in samenstellingen van twee functiebenamingen alleen het laatste deel in het meervoud te zetten, maar voorlopig is die nog niet tot de woordenboeken doorgedrongen.
Met al die wijsheid moet je nu eens proberen te achterhalen wat het meervoud van ‘minister-president’ is. Uitsluitsel – of niet? – geef ik volgende week.