Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Maidenspeech

Tobback gaf in zijn maidenspeech als voorzitter toe dat het wellicht “moeilijke jaren” worden, maar hij wil zich niet laten verlammen door pessimisme en angst.

Vindt u het ook zo gek dat een man, Bruno Tobback, een ‘maidenspeech’ kan geven? Kunnen niet alleen meisjes dat?

Het zelfstandige naamwoord ‘maiden’ is inderdaad een formeel Engels woord voor ‘meisje’, een ongehuwde vrouw. Het kan ook naar een maagd verwijzen.

‘Maiden’ wordt ook als bijvoeglijk naamwoord gebruikt, in de zin van ‘maagdelijk’. Bij uitbreiding duidt het aan dat iets voor de eerste keer gebeurt. Vandaar de ‘maidentrip’ van een schip (de eerste keer dat het uitvaart) en de ‘maidenspeech’ van een politicus (de eerste keer dat hij een toespraak houdt).

‘Maiden’ komt van het Oud-Engelse woord ‘mægden’, het verkleinwoord van ‘mægð’. Daar herkent u allicht het Nederlandse woord ‘maagd’ in. En ‘maiden’ – dat zie je – is ook verwant aan de Nederlandse ‘meid’.