Over de eerste drie woorden van de overwinningstoespraak van Bart De Wever is vandaag al heel wat gezegd en geschreven: Vicit vim virtus, de moed heeft het geweld overwonnen. Maar mij zijn ook de laatste drie woorden van zijn toespraak opgevallen. Omdat hij ze één woord noemde.
“Wij schrijven vanavond geschiedenis. De geschiedenis van een Vlaanderen dat rechtop loopt, een Vlaanderen dat zelfbewust zijn eigen toekomst kiest. En vrienden, we hebben dat aan u te danken. Aan uw inzet, dag na dag. En daarom wil ik eindigen met één simpel woord. Eén simpel woord aan u allemaal en uit het diepste van mijn hart: dankuwel.”
Toen ik Bart De Wever dat hoorde uitspreken, siste ik meteen tussen mijn tanden: “Dat zijn drie woorden.” Er is namelijk een verschil tussen ‘dankuwel’ en ‘dank u wel’.
In de zin van ‘ik bedank u’ schrijven we ‘dank u wel’ in drie woorden. Dank u wel voor uw inzet, dag na dag. ‘Dankuwel’ als één woord is een zelfstandig naamwoord. Een dankuwel is hetzelfde als een bedankje. Je kunt in elk geval zeggen en schrijven dat Bart De Wever gisteren voor zijn aanhang een welgemeend dankuwel, een dankwoord, uitsprak.
Maar in de toespraak zelf ging het niet helemaal goed. Of hij had ze moeten afsluiten met ‘bedankt’, één woord. Of hij had moeten zeggen dat hij met drie simpele woorden had willen eindigen: ‘dank u wel’. Noem me gerust een mierenneuker.