De verkiezingen zijn weer achter de rug. De stemmen zijn geteld, de zetels zijn verdeeld en een hoop politici zijn een illusie armer. Armer, niet rijker. Hoe vaak je ook mag lezen dat mensen na een tegenvaller zeggen dat ze een illusie rijker zijn, ze zijn een illusie armer. En wel hierom.
Een illusie, zegt de Hedendaagse Van Dale, is een waanvoorstelling, een zinsbegoocheling. Je denkt dat iets zus of zo is, maar het is dat niet. Je stelt het je alleen maar zus of zo voor, in de praktijk is het anders.
Als dan ineens tot je doordringt dat je het helemaal bij het verkeerde eind hebt, is de illusie geen illusie meer. In de plaats komt zekerheid. Je hebt dus een illusie minder: je bent een illusie armer geworden.
Ben je een illusie armer, dan ben je zeker een ervaring rijker. De ervaring krijg je er gratis bij. Liep het niet zoals je verwacht had, dan ben je mogelijk zelfs een ontgoocheling of een desillusie rijker.
Kun je dan helemaal geen illusie rijker worden? Toch wel. Als je van die leuke prentjes met voorbeelden van gezichtsbedrog verzamelt en je krijgt er eentje bij, dan ben je een optische illusie rijker.