Woorden toevoegen aan de Dikke is een van de taken van de hoofdredactie. Ton den Boon en ik doen dat vrijwel dagelijks. Dat zijn zeker niet altijd splinternieuwe woorden. Sommige behoren al tientallen jaren tot het taalgebruik, maar zijn door onbekende oorzaak niet in het woordenboek opgenomen.
Geregeld sturen mensen me een lijstje met woorden die ze tevergeefs in de Dikke hebben opgezocht. Een van die trouwe informanten is Jan, die vrijwel elke maand een lijst maakt van woorden die hij in de Vlaamse media heeft gelezen of gehoord en die in de Dikke ontbreken. Daarbij zat deze keer het woord ‘belastingvoet’.
‘Belastingvoet’ is een typisch Belgisch-Nederlands woord dat in Nederland nauwelijks voorkomt, behalve als het over de Belgische belastingen gaat. Het betekent precies hetzelfde als ‘belastingtarief’ en ‘belastingpercentage’. In België kennen we ook het synoniem ‘aanslagvoet’, dat wel in de Dikke staat. Over een paar dagen staat ‘belastingvoet’ ook in de online-editie.
Vreemd genoeg staat ‘belastingvoet’ wel al een hele tijd in de vertaalwoordenboeken van Van Dale. Je vindt het in Nederlands-Frans (assiette d’impôt), Nederlands-Duits (Steuerhebesatz) en Nederlands-Engels (tax rate). Dat laatste woordenboek is het enige dat erbij vermeldt dat ‘belastingvoet’ in België gebruikt wordt.
Ik heb misschien een aardige klus voor Harry en zijn collega’s-gegevensbeheerders bij Van Dale: ga eens na welke woorden wél in de vertaalwoordenboeken maar níét in de Dikke zitten. Ik heb een vermoeden dat vooral in het Frans-Nederlandse en het Nederlands-Franse deel Belgische woorden zitten die in de Dikke ontbreken, zoals heel wat institutionele termen van de Belgische overheid. Dat zou ook het geval kunnen zijn in het Nederlands-Duitse deel. België is nu eenmaal een drietalig land.
Benieuwd wat deze oefening zal opleveren. Harry, heb je een momentje?
Deze column is eerder verschenen op de website van Van Dale.