‘Voor de kappers is er eigenlijk geen perspectief’, zei de viroloog Marc Van Ranst een paar dagen geleden in de krant. Ook voor de kappersklanten niet, denk ik erbij. In België zijn de kappers sinds november dicht. Stom genoeg heb ik niet net voor de sluiting mijn haar laten knippen, zodat ik nu – drie maanden later – begin te lijken op Beethoven, Einstein of Catweazle.
Door mijn coronakapsel heb ik jammer genoeg weer kennisgemaakt met een verschijnsel dat ik liever niet meer had willen zien: het nektapijt, vooral in Nederland ook bekend als het matje. In de jaren tachtig was het mode. Spuuglelijk was het: kort haar boven op het hoofd en lang haar in de nek. Zo is matje gedefinieerd in de Dikke Van Dale. Dankzij corona mag het eerste deel van de definitie nu wel tussen twee haakjes gezet worden.
Nu ik er langzamerhand als een helmboswuivende Hendrickx begin uit te zien, denk ik eraan de lange haren op mijn hoofd in vlechtjes bij elkaar te doen. Zoals mijn oud-collega Tom De Cock in een filmpje dat hij voor Gedichtendag heeft gemaakt. In een reactie schrijft een van zijn vrienden: ‘Tom, wat heb jij een prachtig palmboompje!’ Dat was nieuw voor mij. Het woord, bedoel ik.
In Nederland lijkt palmboompje voor zo’n rechtopstaand vlechtje ingeburgerd. Ik lees op mamablogs dat de mama’s vroeger zelf en hun dochters nu weleens met een palmboompje rondlopen. In Vlaanderen kennen weinig mensen het. Heren, misschien moeten wij daar eens iets aan doen.
O ja, beste Nederlanders, kennen jullie de helmboswuivende Hektor? In de Latijnse les in Vlaanderen was dat hét voorbeeld van een epitheton ornans. Daardoor is helmboswuivend in Vlaanderen een bron van toespelingen geworden en spreekt een bekende Vlaamse tv-figuur als Kobe Ilsen over zijn helmboswuivende ik in de krant.
Nu het ernaar uitziet dat de kappers nog niet meteen weer open zullen gaan, weet ik hoe ik dat extra halfuurtje werktijd nuttig kan gebruiken. Ik moet palmboompje en helmboswuivend dringend geven wat ze toekomt: een plekje in de Dikke.
Deze column is eerder verschenen op de website van Van Dale.