Vlaanderen heeft knuffelcontact verkozen tot Woord van het Jaar 2020. Dat wist u misschien al. Maar wat u misschien nog niet weet, is dat de Franstalige Belgen de Vlamingen daarom lijken te benijden. Zij moeten het doen met déconfinement als ‘mot de l’année 2020’ en dat heeft nauwelijks media-aandacht gekregen.
In Franstalig België wordt net zoals in Vlaanderen en Nederland elk jaar het woord van het jaar verkozen. De krant Le Soir en de publieke omroep RTBF doen dat op precies dezelfde manier als Van Dale en de VRT. Het publiek stemt op woorden die in het afgelopen jaar ontstaan zijn en daar komt een winnaar uit.
Het moeten nieuwe woorden zijn, schrijft Michel Francard, emeritus hoogleraar Taalkunde aan de UCLouvain, in de krant. Want zo laten we zien dat de taal leeft en dat ze zichzelf voortdurend verrijkt met nieuwe woorden voor nieuwe werkelijkheden.
Het Franse woord van het jaar in België is déconfinement geworden. Het verwijst naar de exit uit de coronamaatregelen. Wat Nederlandstaligen een lockdown noemen, heet bij de Franstaligen een confinement. Om uit een lockdown te komen, moet je een déconfinement organiseren.
Michel Francard lijkt wel jaloers op knuffelcontact. Déconfinement zit in hetzelfde betekenisveld als knuffelcontact, schrijft hij, maar knuffelcontact is zoveel concreter en warmer. En het getuigt volgens hem van nog iets anders: de Vlamingen hebben zich losgemaakt van hun grote broer Nederland als normbepaler. Misschien moeten de Franstalige Belgen zich ook wat minder op Frankrijk richten, meent Francard, en talig hun eigen weg gaan.
Mag ik ook een beetje jaloers zijn? Déconfinement klinkt dan wel killer dan knuffelcontact, maar de Franstaligen hebben tenminste een woord voor het beëindigen van een lockdown. Bijna één jaar na het begin van de ellende hebben wij zelfs nog geen geijkt oer-Nederlands woord voor lockdown.