Lunchtijd. Mijn telefoon rinkelt en anders dan gewoonlijk staat er dat het nummer niet beschikbaar is. Dat betekent meestal dat de collega’s van de BBC aan de lijn zijn, die willen weten hoe ze de een of andere Nederlandstalige naam moeten uitspreken en even uit het oog verloren zijn dat het bij ons een uur later is dan bij hen.
Maar nee, deze keer is het de immer sympathieke programmamaker-muzikant Jan, die stoom moest afblazen. Heb ik ook gehoord dat de een of andere onverlaat op Radio 1 zei dat de renners links waren ‘afgeslaan’? (Nee.) Of ik dringend de hele VRT wil herinneren aan de juiste vervoeging van ‘slaan’? (Ja.) Dat de renners links zijn ‘afgeslagen’?
Beste Jan, zeg ik, je kunt je niet voorstellen hoe dikwijls ik er al op gewezen heb dat het voltooid deelwoord van ‘slaan’ niet ‘geslaan’ maar ‘geslagen’ is. En dat mensen dus ook worden ontslagen en dat wedstrijden net zoals vijanden worden verslagen. Hoe dikwijls zou ik dat al in mijn taalmail vermeld hebben?
Dan moet je drastischere maatregelen nemen, vindt Jan. Ik stel voor dan toch maar in kaplaarzen en met de karwats in de hand door de gangen te lopen (een suggestie van Joël De Ceulaer in Knack). Maar Jan heeft een beter plan. ‘Seks’ in een titel doet altijd lezen, zegt hij. En al helemaal als je het verkeerd spelt, als ‘sex’, denk ik erbij.
Ik ben benieuwd of het iets zal uithalen.