Dat niemand vrolijk wordt van grijze voorjaarsdagen, daar kunnen ze bij de klantendienst over meespreken. Er wordt wat afgeklaagd en zoals dat in Vlaanderen jammer genoeg meestal het geval is, spelen klagers meer de man dan de bal. Dat het regent, is toch de schuld van Frank of Sabine, wie anders? Dat de taal in Vlaanderen er met rasse schreden op achteruitgaat, dat is uiteraard de schuld van ondergetekende. Wie anders?
Volgens de uitermate subtiel geformuleerde klacht kan de directie de klojo die de taal bij de omroep naar de verdoemenis helpt, beter meteen naar het verre buitenland sturen. Nederland, stelt de klager behulpzaam voor. Waarschijnlijk omdat daar – dat weten we toch allemaal – in tegenstelling tot in het taalparadijs Vlaanderen niemand nog Nederlands spreekt zoals het hoort.
Waar ik die verbanning naar de andere kant van de kerktoren aan te danken heb? We spreken ‘energie’ als ‘enerzjie’ uit. Net zoals die Fransdolle Hollanders, hoor ik de klager erbij denken. Of die uitzuigers van Electrabel – ‘het is jouw enerzjie’. En die zijn uiteraard ook allemaal Fransdol. Of Frans tout court.
Ach ja, iemand moet de pispaal zijn. Maar hoe zit dat nu juist met ‘energie’? Als de klager de moeite had genomen om even VRTtaal.net te bekijken, dan had hij gezien dat ik alleen maar zeg dat ‘enerzjie’ de gebruikelijke uitspraak is, maar dat ‘energie’ ook kan. Ikzelf zeg ‘enerzjie’ en vind ‘energie’ bijzonder keurig, bijna hypercorrect, maar wie ben ik?
‘Energie’ is een van de vele woorden die in de middeleeuwen met Griekse en Latijnse woorddelen zijn gemaakt en die het Nederlands ergens in de zeventiende eeuw, of misschien zelfs vroeger, via het Frans heeft leren kennen. Dat verklaart de uitspraak met zj. Maar we schrijven nu eenmaal een g. Dat verklaart de uitspraak met g.
En wat zeggen we bij de VRT? Mij maakt het niets uit. Zeg je graag ‘energie’, dan doe je dat maar. Wil je liever met mij naar het verre Nederland verbannen worden, dan zeg je ‘enerzjie’. Het wordt daar nog een gezellige drukte.