Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Komkommertijd

Hebt u het ook gelezen op de hoofdpagina van deredactie.be? Europa heeft beslist dat meloenen niet per se een bol hoeven te zijn en dat komkommers voortaan ook krom mogen zijn. Als u er nog aan had getwijfeld, het is komkommertijd.

De nieuwsarme zomermaanden, de tijd dat het politieke bedrijf stilligt en op z’n minst bij onze bestuurders weinig nieuws te rapen valt, noemen we al jaar en dag de komkommertijd. Maar wat hebben komkommers met politici te maken, behalve dan dat Jean-Luc Dehaene weleens in zijn groentetuin te vinden is?

Volgens de Nederlandse taalkundige Ewoud Sanders mag u ‘komkommertijd’ best letterlijk nemen. Net zoals in de aardbeientijd aardbeien op de markt zijn, zijn er komkommers te koop in de komkommertijd. Onze komkommertijd zou teruggaan op het inmiddels uitgestorven Engelse begrip ‘cucumber time’.

Omstreeks 1700 was de ‘cucumber time’ voor de Londense kleermakers een slappe periode. De adel ging de stad uit om zich buiten te vermeien en de kleermakers zagen hun inkomen wegvallen. Het enige eten dat ze zich nog konden veroorloven, waren komkommers, die in de zomer overvloedig en goedkoop waren. Voor hen was elke dag voortaan veggiedag.

Eind negentiende eeuw duikt ‘komkommertijd’ in het Nederlands op, eerst in het financieel-economische nieuws. De zomer is de tijd van de slappe handel en op de beurs gebeuren weinig geruchtmakende zaken. De kranten maken zich dan vooral druk over zeeslangen of het monster van Loch Ness. Later duidt ‘komkommertijd’ een periode van weinig bedrijvigheid en nieuws in het algemeen aan.

Vergis u niet, beste lezer. Voor mij is het allesbehalve komkommertijd. De slakken hebben al mijn komkommerplantjes opgevreten.