Heb je er al eens bij stilgestaan dat een zomerse barbecue voor een taalraadsman een ware hel is? Op zo’n moment zou iedereen zich alleen met brassen en slempen moeten bezighouden, toch? Maar nee, kennelijk wil iedereen ook wel eens met een wandelend woordenboek over taal spreken.
Worden er een paar scampi’s op de rooster gelegd, dan gilt er wel iemand dat het hét rooster moet zijn. Nee, het kan allebei, orakelt het woordenboek. Leg je ze op de grill, dan begint iedereen zich af te vragen met hoeveel l’en ‘grill’ gespeld wordt. Twee. Maar waarom is ‘gegrild’ dan met één l, Ruud? Weet ik veel. En hoeveel n’en zitten er in ‘mayonaise’? Eén. Waarom? In het Frans zijn het er toch twee? Weet ik veel. Eet die kwak nu gewoon op.
De wijsneus die een paar avondlessen Italiaans gehad heeft, wijst je erop dat het geen ‘scampi’s’ zijn, maar ‘scampi’. O ja, schamper ik dan terug. ‘Scampi’ is inderdaad een meervoud. In het Italiaans. Eén zo’n beest is een ‘scampo’, in het meervoud ‘scampi’. In het Nederlands kan ‘scampi’ ook, maar je kunt evengoed ‘scampi’s’ zeggen.
Maar zo’n scampi-Italiaansspreker geeft het niet zo gauw op. Je zegt toch ook niet dat de spaghetti lekker zijn, gooi ik hem voor de kiezen. En toch is dat ook een meervoud in het Italiaans. Ken je geen Italiaans, dan ziet scampi er niet uit als een meervoud. Scampi’s wel. Punt.
En dan de barbecue zelf. Mag je nu echt niet ‘barbeque’ spellen, Ruud? Nee, van het Groene Boekje mag het niet. Maar het is toch ‘BBQ’? Ja. Waarom mag dan ‘barbeque’ niet? Daarom. Misschien omdat ik het dan spontaan op z’n Frans lees: een helse barbék?
Nu je over Frans begint, Ruud, waarom schrijven we ‘fondue’ en ‘barbecue’ allebei met ue, maar ‘ik barbecue’ met ue en ‘ik fondu’ alleen met u? Jongens, mag ik het daar in de winter eens over hebben? Eet die worstjes nu maar gewoon op.