Verkiezingsavond. In de bloedhete nieuwsstudio luister ik met de partijvoorzitters live mee naar de afscheidstoespraak van Guy Verhofstadt. “Ik was bij deze verkiezingen ook uw kopman en tegelijkertijd ook het gezicht van deze campagne”, horen we hem zeggen, “en ik neem dan ook persoonlijk de verantwoordelijkheid op voor de resultaten. Wellicht heeft onze partij een prijs betaald voor het leiden van dit land, dat moeten we erkennen.”
Toen ik dat laatste hoorde, moest ik toch wel twee keer nadenken. Had Verhofstadt nu echt gezegd dat zijn partij een prijs betaald heeft voor het lijden van het land? Zo erg zijn we er toch niet aan toe?
Dat komt ervan als je toespraken op papier voorbereidt en in zelfstandige naamwoorden denkt. Je ziet wel het verschil tussen ‘het leiden’ en ‘het lijden’, maar je hoort het niet. Als hij nu gewoon gezegd had wat hij bedoelde, dan was het voor een luisteraar niet dubbelzinnig geweest. Dan had hij gezegd dat zijn partij een prijs betaald heeft omdat zij het land leidde.
Verhofstadt zou beter afscheid nemen van het papier. Dat ga ik samen met ‘Open Kaart’ ook doen. Voortaan kun je mijn overpeinzingen alleen nog in elektronische vorm lezen. Hoe ze eruit zullen zien, weet ik nog niet precies. Dat wordt nog even lijden.