Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Zinloos geweld

Of we dringend willen ophouden met dat praten over ‘zinloos geweld’? Een van onze kijkers ergert er zich blauw aan. Niet dat we er niet meer over moeten berichten, maar we moeten er wel mee ophouden het zo te noemen. Zinloos geweld. “Alsof er ook zinvol geweld bestaat, meneer! Alle geweld is zinloos.”

Toegegeven, ‘zinloos geweld’ is misschien geen gelukkige term. Maar iedereen weet wat ermee bedoeld wordt. Natuurlijk is Bart Bonroy ook het slachtoffer van geweld geworden, maar meer nog het slachtoffer van zinloos geweld: geweld dat nergens voor nodig was, geweld om een bagatel of zelfs om niets. De term ‘zinloos geweld’ heeft een grotere emotionele lading dan ‘geweld’ zonder meer.

Taalkundig is er weinig op ‘zinloos geweld’ aan te merken. Er hoeft niet altijd zo’n directe band tussen het bijvoeglijk naamwoord en het zelfstandig naamwoord te bestaan. Anders gezegd, het geweld is niet zinloos, maar het resultaat ervan wel. Net zoals een lopend buffet zelf niet loopt maar wel de gasten, zo is niet het geweld zinloos maar wel het lijden en de dood die er het gevolg van zijn.

En wat onze kijker ook mag denken, zinvol geweld bestaat, al noemen we het niet zo. Of wat te denken van het geweld dat politieman Marcel Van Peel gebruikte toen die Hans Van Temsche neerschoot om nog meer zinloos geweld te voorkomen?