Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Van den avond op tv

Okidoki pianissimoki! Lang geleden dat er nog zo veel Oost-Vlaams op de buis te horen is geweest. Maar geen paniek, want voor de Willy’s en Marjetten die de taal van Zaffelare en omstreken niet machtig zijn, zijn er ondertitels. Niet alleen voor de mannen, want VJ Tony denkt ook aan de vrouwtjes. Miauw!

Dankzij het Oost-Vlaams van de Willy’s en Marjetten horen we om de haverklap ‘van de week’ en ‘van de jaar’, waardoor sommige kijkers ons – VRT’ers – erop wijzen dat we dat niet moeten nadoen en gewoon ‘deze week’ en ‘dit jaar’ moeten zeggen. Móéten? We kunnen dat zeggen.

Maar niet elk ‘van de’ is een ‘deze’ in het Nederlands. ‘Deze’ kan alleen als het gaat over … Over deze en niet die of die. Als je begrijpt wat ik bedoel. ‘Van de week’ en ‘deze week’ kunnen we gewoon door elkaar gebruiken, want in beide gevallen hebben we het over de lopende week. Déze week dus.

Maar ‘deze zomer’ kunnen we nu, in december, niet zeggen. Dan moet het ‘van de zomer’ zijn. En dat kan twee dingen betekenen: de vorige zomer en de komende zomer. Wat we precies bedoelen moet uit de context blijken. Zo ben ik van de winter niet gaan skiën en ook deze winter ga ik niet skiën. Ik kan dat helemaal niet.

Maar, beste Willy’s en Marjetten, ‘van de jaar’ kan niet. ‘Jaar’ is onzijdig. ‘Van ‘t jaar’ dus.