Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Duh?!

Misverstanden zijn er om de wereld uit geholpen te worden. Hoe vaak krijg ik niet te horen dat de Grote Van Dale en het Groene Boekje het geslacht van een de-woord niet meer aangeven. Dat doen ze wel, maar vreemd genoeg door het niet meer met zoveel woorden te vermelden. Hoor ik daar nu een welgemeend ‘huh’?

Duidelijker dan het Groene Broekje kun je niet zijn. “Het genus wordt aangeduid door ‘de’, ‘de (m.)’, ‘de (v.)’, ‘het’ of een combinatie daarvan. Het lidwoord ‘de’ betekent dat het woord én als vrouwelijk én als mannelijk wordt ervaren en gebruikt: waakvlam, waanzinnige; de aanduiding ‘de (v.) en het’ betekent dat het woord ofwel vrouwelijk is ofwel onzijdig (zoals aha-erlebnis, idee, koliek); een woord dat gemarkeerd is als ‘de en het’ kan vrouwelijk of mannelijk of onzijdig zijn (liniaal, lorgnet, matras).” De Grote Van Dale zegt hetzelfde, maar met duurdere woorden. “‘De’ wordt gebruikt bij zaaknamen met een variabel genus, van het type ‘tafel’.”

Nu ken ik mijn pappenheimers en vooral mijn klanten. De volgende vraag is: “En wat moeten we dan doen?”. Kiezen. Dat is de bedoeling van die de-aanduiding, dat je kunt kiezen tussen ‘hij’ en ‘zij’. Of in de woorden van de Grote Van Dale: “Dat betekent dat taalgebruikers zich met betrekking tot deze categorie op hun eigen taalgevoel kunnen verlaten.”

En hoe komt het dat ik dat allemaal weet en de meeste mensen niet? Ik lees de handleiding bij mijn woordenboeken, duh!