Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Uitlokking

Onverbeterlijke recidivisten, dat zijn we. Als we sommige kijkers tenminste moeten geloven. Nu de Zweedse reeks ‘Wallander’ op Canvas loopt, beschuldigen ze ons ervan dat we de Zweedse taal herhaaldelijk verkrachten. Maar het is pure uitlokking, edelachtbare.

Plichtsbewuste VRT’ers proberen in een anderstalige naam de juiste klemtoon te leggen. Toegegeven, edelachtbare, met ‘Wallander’ overtreden we onze regels en dat moeten we niet doen. Het is niet ‘Wállander’ maar ‘Wallánder’. Het hoofdpersonage – Kurt Wallander – weet natuurlijk beter dan wij hoe hij heet. Plichtsbewuste VRT’ers kijken dan ook af en toe in de uitspraakbank op VRTtaal.net, waarin de plichtsbewuste taaladviseur alle tongbrekers netjes noteert.

Tongbrekers moeten VRT’ers zo veel mogelijk vermijden. Goede stemmen zijn moeilijk te vinden – laat het een waarschuwing zijn voor alle kandidaat-stemmen – en we moeten ze verzorgen en koesteren. Daarom passen we de buitenlandse uitspraak een beetje aan onze tong aan. Daarom slissen we niet in het Spaans en wordt een v geen halve b.

Plichtsbewuste VRT’ers houden er rekening mee dat kijkers en luisteraars ook krantenlezers en internetgebruikers zijn. Daarom spreken we een naam uit een minder vertrouwde taal vaak uit zoals hij geschreven staat. Dan herkennen ze hem tenminste. De Thaise koning noemen wij ‘boemibol’, al spreek je zijn naam – Bhumibol – eigenlijk uit als ‘poemipon’. Met een n, jawel.

Omwille van de herkenbaarheid spreken plichtsbewuste VRT’ers ‘Göteborg’ niet uit als ‘jeutteborj’, maar als ‘geuteborg’. Geef toe, edelachtbare, dat ‘Göteborg’, met twee g’s, is toch pure uitlokking, nietwaar?