Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Een miljoen stuks pluimvee

Het moet intussen al twee maanden geleden zijn dat ik het zinnetje op vrtnieuws.net gelezen heb en ik zit er nog altijd over te dubben. Er was ergens vogelpest schuine streep vogelgriep opgedoken – virologen zijn het er nog altijd niet over eens hoe wij aviaire influenza noemen – en daardoor moest een miljoen stuks pluimvee dood.

Dat ‘moest’ trok mijn aandacht. Had de persoonsvorm niet in het meervoud moeten staan: een miljoen stuks pluimvee ‘moeten’ dood? Twee maanden later denk ik dat het allebei kan en dat het allebei even vreemd klinkt.

‘Miljoen’ is een vreemd woord in het Nederlands. We gebruiken het als een telwoord zoals ‘tien’ en ‘honderd’, maar eigenlijk is het een zelfstandig naamwoord: we kunnen er een lidwoord voor zetten. Je kunt de problemen met ‘een miljoen’ nog het beste vergelijken met ‘een aantal’. En wie siddert en beeft niet als hij dat in een zin moet gebruiken?

Uit de ANS heb ik begrepen dat we bij ‘een miljoen’ altijd een persoonsvorm in het enkelvoud kunnen gebruiken. Het zinnetje op vrtnieuws.net is dus kennelijk niet fout. De persoonsvorm kan ook in het meervoud staan als het zelfstandig naamwoord dat op ‘een miljoen’ volgt in het meervoud staat. Er had dus ook gerust ‘een miljoen stuks pluimvee moeten dood’ kunnen staan, want ‘stuks’ is meervoud.

En toch klinkt dat meervoudige ‘moeten’ vreemd. Komt het misschien doordat het enkelvoudige ‘pluimvee’ er onmiddellijk voor staat? Ik zal er nog eens een paar maanden over dubben.