Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Als het maar naar karamel smaakt

Vragen ze me bij ‘Vlaanderen Vakantieland’ of ik even iets wil zeggen over ‘speculaas’ en ‘speculoos’. Ja hoor, graag. Ik begin m’n antwoord te tikken, iets à la: ‘In het algemeen Nederlands is het zeker ‘speculaas’, maar sommige fabrikanten hebben het over ‘speculoos’, omdat ‘speculoos’ gekarameliseerd is en Nederlandse ‘speculaas’ niet.’

Mijn spellingchecker is het daar helemaal niet mee eens. Met dat ‘gekarameliseerd’ bedoel ik. Zonder pardon zet hij er een rode streep onder. Nu weet ik het ook niet altijd zeker met die l’s en s’en. Dus tik ik er maar een extra l bij: ‘gekaramelliseerd’. Maar daar is de rode streep weer.

De spellingchecker kent het woord dus niet. De Woordenlijst ook niet. Gelukkig zijn er nog woordenboeken. ‘Karameliseren’ zegt de Grote Van Dale, ‘karamelliseren’ zegt de Hedendaagse Van Dale. Pardon?

‘Ach,’ denk ik dan, ‘maak je toch niet druk om een l’tje. Je hoeft ‘gekaramel(l)iseerde’ geeneens te schrijven, je hoeft het alleen maar even te zeggen in de uitzending. En over de uitspraak is er toch geen twijfel? In ‘gekaramel(l)iseerd’ hoor je de e van ‘karamel’. Punt.’ Maar de l-kwestie laat me niet los.

In ‘bagatelliseren’ spellen we toch twee l’s? En in ‘parallelliseren’ en ‘dekartelliseren’ ook. In ‘evangeliseren’ spellen we maar één l, maar dan zeggen we ook ‘ee’ en niet ‘è’. Nee, de Hedendaagse Van Dale heeft het goed en zijn grote broer niet. Het moet ‘karamelliseren’ zijn. Hé kijk, daar is de rode streep weer.