‘Hoi Ruud!’ Niks mis met zo’n aanspreking als ze boven een informeel mailtje staat. Maar in een verzorgde brief past ze als een tang op een varken. Daarin word ik liever met ‘Geachte heer’ aangesproken. En zo zullen er wel meer zijn. Al verkiezen anderen om begrijpelijke redenen waarschijnlijk ‘Geachte mevrouw’. Een lesje in briefetiquette.
Het klinkt behoorlijk bot als je de lezer van een zakelijke brief aanschrijft met ‘Beste’ zonder meer. Ook ‘Geachte’ zonder enige toevoeging hoort niet. Wel volgens de regels van de kunst zijn ‘Geachte heer’ en ‘Geachte mevrouw’.
Maar wat doe je als je niet weet of de lezer een man of een vrouw is? Keuze genoeg: ‘Geachte mevrouw, mijnheer’; ‘Geachte heer, mevrouw’; ‘Geachte mevrouw, geachte heer’. In een beleefde aanspreking schrijf je nooit botweg ‘Mevrouw’ en ‘Mijnheer’, en beslist niet ‘Meneer’. Dat hoort thuis in een dreigende aanmaning, maar niet in een vriendelijke uitnodiging voor een feestje.
En hoe zit het nu met de komma na de aanhef? Vroeger mocht het niet van het BIN, tot grote ergernis van vele taalgebruikers. Nu mag het wel. Schrijf die komma, dat staat veel netter. Vind ik.
Mag je ook ‘Geachte heer Hendrickx’ en ‘Geachte mevrouw Herbots’ schrijven? Ja zeker. Al zijn wij Nederlandstaligen het er onderling niet over eens wat het beleefdst is, met of zonder naam. Ik zet de naam erbij als ik al vaker contact met de man of vrouw gehad heb.
En hoe schrijf je iemand aan die een bepaalde functie uitoefent? ‘Weledelzeergeleerde heer’ en ‘Edelachtbare mevrouw’ werken in Vlaanderen vooral op de lachspieren. Niet doen dus. ‘Mevrouw de minister’ en ‘Mijnheer de taaladviseur’, zo doen wij het. Al mag het in mijn geval ook gewoon ‘Beste Ruud’ zijn.
Nog meer weten over briefconventies? Op Taaladvies.net weten ze er alles van.