Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Pestvogels

In Zuidoost-Azië – let op de hoofdletters en streepjes – vallen ze dezer dagen als vliegen, de kippen, ganzen en eenden. Ze zijn het slachtoffer van een dodelijke vorm van griep. Ook de Nederlandse media en in hun zog sommige Vlaamse kranten zijn aangestoken door wat zij de vogelgriep noemen. Maar wij, kloeke VRT’ers, zullen hem verslaan, de vogelpest.

Herinner je je de lente van vorig jaar nog? In Nederland en in het noorden van België worden duizenden dieren geruimd. Zelfs wedstrijdduiven en arme Coco moeten eraan geloven. Zij zouden weleens de vogelpest kunnen verspreiden. De vogelpest, zo noemden we de ziekte, want zo hadden we ze ook al jaren genoemd.

Dit jaar woedt dezelfde ziekte in Azië en prompt krijgt ze een andere naam, de vogelgriep. Waarom? Sommige journalisten hebben wellicht geleerd dat de ziekte in vaktaal ‘aviaire influenza’ heet, wat afgeleid is van het Latijnse woord voor vogels (‘aves’) en het Italiaanse woord voor griep (‘influenza’). Maar waarschijnlijker is dat ze vooral Engelse persberichten gelezen hebben. En in het Engels hebben ze het over ‘bird flu’. En dat is toch vogelgriep, meneer? Vergeet het.

Een medewerker van het federale voedselagentschap en een viroloog van het Rega-instituut hebben het nog eens bevestigd. Aviaire influenza heet in goed Nederlands vogelpest, al heeft de ziekte niets maar dan ook niets met pest te maken. Maar wisten ze vroeger beter.

Je kunt je terecht afvragen of we zo’n misleidende term moeten blijven gebruiken. Laat ik daarop met een retorische vraag antwoorden. We weten intussen allemaal dat een walvis geen vis maar een zoogdier is. Zullen we hem dan voortaan ook maar een walzoogdier noemen?