Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Goeddoen en heengaan

Je moet weten waar je heengaat. De vertaler die dat in zijn ondertitel zette, verwacht toch wel veel van de mensheid. De meesten van ons weten niet eens waar ze heen gaan, laat staan waar ze heengaan.

Een spatie meer of minder, soms is het een wereld van verschil. ‘Heengaan’, in één woord, betekent weggaan of vertrekken. Maar gewoon is dat niet. Jezus’ apostelen konden Hem wel vragen: “Zullen wij heengaan en kopen voor tweehonderd penningen brood, en hun te eten geven?”. Maar een gewone sterveling spreekt niet zo. Als die zegt dat iemand van ons heengegaan is, dan geeft hij op een verbloemende manier aan dat hij dood is. Wil je weten waar iemand naartoe gegaan is, dan kun je vragen waar hij, in twee woorden, ‘heen gegaan’ is. Maar een gewone sterveling zal ook dat niet zo gauw zeggen.

Er zijn nog meer van die paren waar het op een spatie aankomt. De gala-avond ter gelegenheid van ‘50 jaar televisie’ moest ‘ten minste’ – op z’n minst – vier uur duren. Dat vonden de organisatoren ‘tenminste’ – althans –, volgens sommige genodigden had hij wat korter mogen zijn. Ik ben intussen ‘al lang’ – al geruime tijd – taaladviseur van de VRT en ben ‘allang’ – echt wel – blij als ik eens ‘weer’ hoor als ‘opnieuw’ bedoeld is. Neem het van me aan: het is ‘allesbehalve’ – helemaal niet – prettig als je ‘alles behalve’ het juiste woord hoort, terwijl je er al zo vaak op gewezen hebt.

‘Ten slotte’ – ter afsluiting – wil ik alleen nog dit zeggen: je kunt dat spatiegedoe maar mierenneukerij vinden want het is ‘tenslotte’ – per slot van rekening – maar spelling. Maar zolang ik taaladviseur ben, zal ik erover blijven zeuren tot we het allemaal goed doen – doen zoals het hoort. Het ‘goeddoen’ – goede daden doen – is een taaladviseur ingebakken.