Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Politici!

Politici. Een journalist van de tv-nieuwsredactie krijgt er grijze haren van. O nee, hij heeft geen problemen met de mensen zelf – in dat geval had hij in deze verkiezingstijden waarschijnlijk al zijn haren uitgerukt. De manier waarop sommige collega’s het woord uitspreken, daar wordt hij niet goed van. “Kun je ze er nog eens op wijzen hoe het moet, Ruud?”

Ach, waarom niet? Ik heb het nog maar twee keer gezegd in mijn wekelijkse taalmail, de laatste keer nauwelijks drie maanden geleden. Maar goed, de Romeinse schrijver Horatius wist het al: “bis repetita placent” – herhaling behaagt -, al is ‘bis’ kennelijk nog niet vaak genoeg.

‘Politici’ spreken we uit alsof er ‘politisi’ stond. In de meervoudsuitgang ‘‑ici’ staat de letter c voor de klank s en – ik durf het nauwelijks te zeggen want dan is het hek misschien weer van de dam – niet voor een sj. Zo vreemd is dat niet. In Nederlandse woorden wordt een c voor i vrijwel altijd als een s uitgesproken. Lees maar met me mee: cider, cilinder, cirkel, citroen, lucifer, narcis. En laat diezelfde s nu ook maar horen in: technici, informatici, musici en clerici.

Denk nu niet dat ik een papenvreter ben, maar ik vermoed dat we de verkeerde uitspraak aan de clerici (klerisi!) te danken hebben. De uitgang ‘‑icus’ is van Latijnse oorsprong. Duizenden jaren geleden spraken de Romeinen, in hun klassieke Latijn, de c altijd als een k uit. Maar in het Kerk-Latijn wordt de c voor een i, op zijn Italiaans, als tsj uitgesproken. Zou dat de sj verklaren?

Hoe dan ook, met de wijze woorden van Horatius in mijn achterhoofd: in het Nederlands van vandaag spreken we ‘politici’ uit als ‘politisi’. En hopelijk is iedereen nu voldoende behaagd.