Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Mentaal noteren

“Ik weet best wat het verschil is tussen een nota en een notitie,” schrijft een kijker me, “maar hier ben ik nog altijd niet uit: nemen we ergens nota of notitie van?” Allebei. Laat me om te beginnen toch maar eens uitleggen wat ‘nota’ en ‘notitie’ betekenen.

Een nota hoort vooral thuis in de ambtenarij. Het is een officieel document waarin de een of andere hoge beleidsman zijn visie of standpunt duidelijk maakt. Als minister Flahaut op papier zet hoe het leger er volgens hem straks moet uitzien – en dan heb ik het niet over al of niet plastic wapens –, dan stelt hij een defensienota op.

Een hogere ambtenaar kan aan zijn ondergeschikten ook vragen dat zij een bepaalde opdracht voor hem uitvoeren. Dat doet hij met een nota. Wij VRT’ers sturen nog altijd dienstnota’s rond, een erfenis uit ons ambtelijk verleden, maar dat kunnen we beter niet doen: in het algemeen Nederlands zijn dat dienstorders. Ik zeg er wel meteen bij dat een beetje moderne manager geen orders meer rondstuurt, maar in memo’s zijn medewerkers eraan herinnert – ‘memo’ is kort voor ‘memorandum’, Latijn voor ‘wat onthouden moet worden’ – wat ze nog moeten doen. Als de medewerker klaar is, declareert hij zijn kosten met een (on)kostennota aan zijn baas.

In België nemen we ook ten onrechte nota’s tijdens een vergadering, een uiteenzetting of een college. Niet dat we niets mogen noteren, dat bedoel ik niet. ‘Nota’s nemen’ is letterlijk vertaald Frans voor wat in het Nederlands ‘notities maken’ heet.

Notities zijn dus aantekeningen. Vroeger waren nota’s dat ook. Vroeger, in de 21e eeuw niet meer. In één uitdrukking heeft ‘nota’ zijn oude betekenis bewaard: in ‘ergens nota van nemen’. Maar je kunt er ook ‘notitie’ van nemen. Hoe dan ook, allebei de uitdrukkingen betekenen dat je ergens kennis van genomen hebt. Zoals van dit stukje, mag ik hopen.