Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Los of vast?

Ze lijken wel kibbelende jongetjes, India en Pakistan, die elkaar willen aftroeven: “Sliepuit! Onze raketten zijn toch groter dan die van jullie. Jullie hebben korte afstandsraketten, maar wij hebben middellange afstandsraketten!” Onzin, natuurlijk. Ze hebben allebei, in één woord, korteafstandsraketten en middellangeafstandsraketten.

Veel mensen – vooral computerspecialisten – lijkt het wel ontgaan te zijn dat het Nederlands samenstellingen als één woord spelt. Hoe lang het woord ook wordt, wat bij elkaar hoort, moet aan elkaar. Kinder­carnavals­optocht­voorbereidings­werkzaamheden­drukte is niet meteen een hapklaar woord, maar het is wel goed gespeld.

‘Bij elkaar is aan elkaar’ geldt ook voor driedelige samenstellingen. Dat zijn combinaties van drie woorden waarbij woord 1 en woord 2 één geheel vormen en dat geheel op zijn beurt bij woord 3 hoort. In ‘korteafstandsraket’ gaat het om een raket die voor de korte afstand bedoeld is. ‘Korte’ hoort bij ‘afstand’, niet bij ‘raket’. Dan moet je de optelsom van de drie woorden als één woord spellen.

Gelijkekansenbeleid spel je zo, want het gaat om een beleid dat iedereen gelijke kansen wil bieden. Chronischevermoeidheidssyndroom is ook één woord, want het gaat om chronische vermoeidheid, niet om een chronisch syndroom. Vandaar ook ‘chronische’, met een e, maar dat geheel terzijde. Vind je het resultaat van je optelwerk niet doorzichtig genoeg, dan mag je een streepje zetten tussen woord 1 en 2, maar het hoeft niet.

Meestal hoor je ook dat je driedelige samenstellingen als één woord moet spellen: ze hebben maar één woordklemtoon. Luister maar eens naar het verschil tussen een kléíne bóérenpartij, een kleine partij van boeren, en een kleinebóérenpartij, een partij van kleine boeren. Of het verschil tussen víér stérrenhotels en vierstérrenhotels.

Bij elkaar is aan elkaar, of het wordt hilarisch. De taalpublicist Harry Cohen heeft een paar fraaie voorbeelden verzameld in de krant De Standaard: “Geen ‘Perzische tapijtenwinkels, loodvrije benzinepompen’ of ‘rijdende artilleriekazernes.’ En ook geen ‘stomme filmacteurs, wilde stakingsleiders’ of ‘onbespoten fruitkwekers.’“ Los of vast, het maakt echt wat uit.