Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Kommaneukerij

Directe rede – dat staat in elk boek met schrijftips – maakt je tekst levendiger en euh … directer. Op de teletekstredactie nemen ze dat advies dan ook ter harte. Alleen, hoe zit dat ook weer met de komma’s en de aanhalingstekens?

Als je nu je hersens zit te pijnigen over wat directe rede is, het volgende gesprek tussen George W. Bush en Dick Cheney maakt veel duidelijk. Stel je een prachtige ochtend in het Witte Huis voor. Bush en zijn vice-president, Dick, zitten aan het ontbijt en ineens zegt Bush dat hij vanaf morgen Bin Laden gaat uitroken. Dat is indirecte rede. Woordelijk zegt Bush: “Vanaf morgen ga ik Bin Laden uitroken.” Dat is directe rede.

Spannender wordt het als je zo’n citaat onderbreekt. Bijvoorbeeld zo – en ik laat voorlopig de leestekens weg: Vanaf morgen, zegt Bush, ga ik Bin Laden uitroken. Waar staan de aanhalingstekens en de komma’s? Als de komma tot het citaat behoort, staat ze binnen de aanhalingstekens. Als dat niet het geval is, staat ze buiten de aanhalingstekens. “Vanaf morgen”, zegt Bush, “ga ik Bin Laden uitroken.”

Bush, aimabel als hij is, gaat door: “Dick, m’n beste jongen, de strijd tegen het terrorisme gaat beginnen.” Dramatischer klinkt dit: “Dick, m’n beste jongen,” zegt de president, “de strijd tegen het terrorisme gaat beginnen.” Nu staat de komma na ‘jongen’ wel tussen de aanhalingstekens, want ze behoort tot het citaat.

En Bush is nu niet meer te stuiten. “Dick!”, roept hij enthousiast uit, “Ik ga geschiedenis schrijven!” Er staat een komma na de eerste uitroep, er staat geen punt na de tweede. Maar dat zal Bush worst wezen. “Taaladviseurs zijn toch maar een stelletje kommaneukers”, mompelt hij.