Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Politieke kopstukken

Ze hebben het de afgelopen dagen druk gehad, de presidenten en premiers van de Europese Unie. Er wordt niet elke dag een deel van Manhattan in de as gelegd, gelukkig maar zou ik zeggen. Maar als het gebeurt, verwacht iedereen natuurlijk ook een reactie van de Europese staatshoofden en regeringsleiders.

Staatshoofden en regeringsleiders, zo zeg je dat. In de kranten en de media – ook bij ons – duiken wel eens staats- en regeringsleiders op. Geheel ten onrechte, want die samentrekking rammelt.

Als je een samentrekking wilt maken, zegt de spraakkunst, dan kan dat alleen als de gemeenschappelijke delen gelijk zijn naar vorm en betekenis. ‘Koffie- en theebus’ is een goede samentrekking want vorm en betekenis van ‘bus’ zijn hetzelfde. Maar alleen als je een onverbeterlijke grapjurk bent, kun je het hebben over een ‘auto- en brievenbus’. Die samentrekking klopt niet omdat ‘bus’ in de twee woorden iets anders betekent.

Het deel dat je weglaat moet in de twee woorden ook dezelfde vorm hebben. Daarom is ‘staats- en regeringsleiders’ fout: omdat in het eerste deel niet ‘leiders’ weggelaten is, maar ‘hoofden’. Guy Verhofstadt en Wim Kok zijn regeringsleiders, maar Chirac is een staatshoofd.

Er is nog meer aan de hand. Chirac een staatsleider noemen is helemaal niet netjes. Dictatoriale machtshebbers noemen we staatsleiders. Stalin en Kim Jong-il zijn communistische staatsleiders, president Loekasjenko van Wit-Rusland zou je de laatste staatsleider van Europa kunnen noemen. Maar Chirac heeft die dictatoriale trekjes niet (laten we daar tenminste van uitgaan) en daarom is hij een staatshoofd.

Noem de verzamelde landenbazen (als ik het verfoeide b-woord ook eens mag gebruiken) dan ook zoals het hoort: de staatshoofden en regeringsleiders. Zij en ik zullen er blij om zijn.