“Ruud, ik heb dit zinnetje op papier gezet: De VRT heeft het recht het programma uit te zenden en één keer ‘heruit te zenden’. Klopt dat?” Euh … “Ruud, heb ik mijn gegevens ‘hercodeerd’, ‘hergecodeerd’ of ‘gehercodeerd’?” Euh …
Als je van één ding zeker kunt zijn: er is veel onzekerheid over de ‘her’-werkwoorden. Gelukkig hebben de verzamelde experts van het Taaladviesoverlegcomité – in de omgang noemen we die hap het TAO – alles over ‘her-’ al eens op een rijtje gezet. Bedankt, collega’s!
Als het grondwoord niet samengesteld is en het is ook geen afleiding met ‘‑eren’ van een woord van Latijnse oorsprong, dan is ‘her-’ doorgaans niet beklemtoond, kun je het ‘her’-werkwoord niet splitsen en maak je het voltooid deelwoord zonder ‘ge’: herademen (herademd), herbouwen (herbouwd), herleiden (herleid), herwinnen (herwonnen). De werkwoorden herhalen, herinneren, heroveren, heronderhandelen en heroverwegen volgen dezelfde regel.
Eindigt het grondwoord op ‘-eren’ en is het afgeleid van een woord van Latijnse herkomst, dan kun je het ‘her’-werkwoord niet splitsen en staat ‘ge’ voor ‘her‑’: hercatalogiseren (gehercatalogiseerd), herintroduceren (geherintroduceerd), herstructureren (geherstructureerd), herdefiniëren (geherdefinieerd). De werkwoorden herfinancieren, hergroeperen en herhuisvesten volgen dezelfde regel. En de gegevens zijn ook gehercodeerd.
Is het grondwoord samengesteld met een scheidbaar voorzetsel, dan staat ‘ge’ tussen de samenstellende delen van het werkwoord en kun je het werkwoord op die plek ook splitsen: herindelen (heringedeeld), heropvoeden (heropgevoed), heruitgeven (heruitgegeven). De VRT heeft dus het recht het programma één keer heruit te zenden.
En tot slot: als het grondwoord begint met een onbeklemtoond voorvoegsel uit de reeks ‘be‑’, ‘er‑’, ‘ge‑’, ‘ont‑’ of ‘ver‑’, dan vervalt de ‘ge’ van het voltooid deelwoord: herbebossen (herbebost), hergebruiken (hergebruikt), herontdekken (herontdekt), herverzekeren (herverzekerd).
Duizelt het je intussen een beetje? Hou je dan voor één keer aan het advies van de Algemene Nederlandse Spraakkunst: “De bestaande onzekerheid heeft tot gevolg dat voltooide deelwoorden van ‘her’-werkwoorden wel vermeden worden.” Dóén, tenzij je op een herretje aanstuurt.