“Vlamingen die een eigen mening hebben over de correcte uitspraak van Engelse woorden, ze zijn best grappig.” Tenminste, dat vindt Marc De Proft in de Humo van vorige week. “Er zijn er die ‘doever’ zeggen voor Dover, ‘roever’ voor Rover (…) en ga zo maar door. Maar waag het niet hen erop te wijzen dat het fout is!” En toch ga ik net dat doen.
Marc De Proft heeft gelijk: soms verkrachten we vreemde namen. Ik kan zijn lijstje van Engelse namen moeiteloos aanvullen: ‘hoeverkraaft’ voor hovercraft (hovverkraaft), ‘djzennis aaien’ voor Janis Ian (dzjennis ieën), ‘haarwitsj’ voor Harwich (herritsj), ‘tsjikago’ voor Chicago (sjikago), ‘mitsjigen’ voor Michigan (misjigen), ‘maaikel pellin’ voor Michael Palin (peelin), ‘sinied’ voor Sinéad (sjineed) enzovoort.
Ook namen in andere talen geven we graag een flinke draai. De leuze lijkt wel: als het maar exotisch klinkt. Dat het niet helemaal goed is, nemen we er graag bij. Herinner je je nog Öcalan, de Koerdische PKK-leider? Die man heet doodgewoon ‘eudzjallan’ – klemtoon op de eerste lettergreep –, maar dat klinkt kennelijk voor velen niet vreemd genoeg en dus rekken en beklemtonen ze de laatste a. Fout.
Dichter bij huis doen we het ook meer dan eens verkeerd. We hebben het over ‘nufsjatoo’ terwijl elke Franstalige ‘neusjatoo’ zegt. We zeggen ‘feelwi’ voor Feluy, terwijl er helemaal geen accent op de e staat. En de s van Fréjus laten we ten onrechte weg: ‘freezjuus’, zo heet die stad.
Tja, hoor ik je al mopperen, en moeten we dat allemaal zomaar weten? Zeker niet, maar zoek het dan op. Al die namen staan in de uitspraakgids. Gebruik hem. Heb je zelf een uitspraaklijstje, bezorg het me en ik verwerk het in de uitspraakgids.
Marc De Proft is nog niet uitgeraasd. Gerry spreek je uit als ‘dzjerri’, zegt hij, want het is kort voor Gerald. Gelijk heeft hij. “Ik durf te hopen dat presentatoren van radioprogramma’s dit briefje onder ogen krijgen, zodat we de naam van Gerry Rafferty voor de rest van onze dagen correct mogen horen.” Ik heb bij dezen mijn plicht gedaan.