Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Advocatenkost

Advocatenkost, beste lezer, wat stel je je daarbij voor? Moeilijke zaken waar alleen een geslepen advocaat nog uit komt? Pillen van wetboeken die niemand leest behalve advocaten? Een lichte lunch voor advocaten die nog een hele dag pleiten voor de boeg hebben? Zoiets dacht ik toen ik dinsdagochtend in het journaal dit hoorde: “Minister van Justitie Verwilghen wil een verzekering voor rechtsbijstand verplicht maken. Zo’n verzekering zou de kost voor gerecht en advocaten betalen als het tot een proces komt.”

Ik zou ze niet allemaal de kost willen geven, de mensen die het over ‘kost’ hebben als ze ‘kosten’ bedoelen. De kost is wat je eet of te eten krijgt. Als je kleintje diarree heeft, dan kun je het beter een tijdje lichte kost geven, zoals rijst en beschuit. Misschien is het wel ziek geworden door de slechte kost die je op vakantie hebt gekregen. Ruimer gezien is de kost je hele bestaan: we werken voor de kost. En natuurlijk omdat we het leuk vinden.

Ook geestelijk voedsel is kost. Wetenschap hoeft geen zware kost te zijn als je alles goed uitlegt. Al die vechttekenfilms zijn geen geschikte kost voor kinderen. En een goed actualiteitenprogramma moet koste wat het kost vermijden dat het opgewarmde oude kost brengt.

Zodra het over geld gaat, heb je het over kosten. De rechtsbijstandverzekering van Verwilghen betaalt de kosten voor gerecht en advocaten. Al zullen wij wel eerst de kosten van de verzekering zelf moeten dragen, boven op de aansluit­kosten, abonnementskosten, administratie­kosten, beheerskosten, elektriciteitskosten, huurkosten, inschrijfkosten, inspectiekosten, lidmaatschapskosten, overschrijvings­kosten, registratiekosten, studiekosten en verzekeringskosten die we nu al betalen. Maar wees gerust, het taaladvies kost nog altijd niks.