Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Filip(p)ijnen

De storm over ‘misdaden tegen de menselijkheid’ is intussen wat geluwd. Wel vijftig brieven, mails en telefoontjes heb ik beantwoord, van kijkers en luisteraars die zich vertwijfeld of boos afvragen waar de VRT die onzin nu weer vandaan heeft gehaald. Intussen is een nieuwe storm op komst. In één week tijd is het me vijf keer gevraagd en dat is ongetwijfeld nog maar het begin: hoeveel p’s zitten er nu eigenlijk in ‘Filip(p)ijnen’?

Als het van mij en de Nederlandse Taalunie afhangt, één. In de lijst ‘Buitenlandse aardrijkskundige namen in het Nederlands’ adviseert de Taalunie ‘Filipijnen’ te schrijven. De redactie vermeldt dat ‘Filippijnen’ ook dikwijls voorkomt, maar dat ‘Filipijnen’ beter aansluit bij de uitspraak. En gelijk hebben ze. Je spreekt twee heldere i’s uit. Schrijf je twee p’s, dan zou je de tweede i dof uitspreken, zoals in ‘kippen’.

De schrijfwijzen die in ‘Buitenlandse aardrijkskundige namen’ staan, worden alleen maar ‘aangeraden’ door de Taalunie. Verplicht zijn ze niet. De lijst heeft geen kracht van wet, zoals de Woordenlijst. Maar in het Taalcharter heb ik geschreven dat de VRT de spelling in deze lijst wel als norm aanhoudt.

Ook op de eilanden zelf is het verwarring alom. In de officiële lokale taal, een variant van Tagalog, wordt de naam met één p geschreven: Republika ñg Pilipinas. In het Spaans, dat er nog veel wordt gesproken, staat er ook één p: República de Filipinas. Maar in het Engels, dat een van de officiële talen is, staan er twee p’s: the Philippines. En toch heet een inwoner in het Engels een ‘Filipino’.

Beste lezer, je weet nu waarom we één p schrijven in ‘Filipijnen’. Zou iemand je erover aanspreken, wil je hem dan deze uitleg doorgeven? Ik ben je er oneindig dankbaar voor en mijn elektronische postbus ook.