Quiz. Wat loopt mank in deze zinnen? In de begroting van volgend jaar is nog geen geld voorzien voor een loonsverhoging. De copiloot van de Egyptische Boeing heeft veel vroeger dan voorzien de automatische piloot uitgeschakeld. Je kunt natuurlijk ook meteen het juiste pad naar het bestand intikken in de daartoe voorziene ruimte. De wet voorziet dat ouders hun kinderen niet kunnen onterven.
Zou het om ‘voorzien’ gaan misschien? Goed gezien. De vraag was dan ook nauwelijks moeilijker dan de vraag van 20 miljoen van onze collega’s uit Vilvoorde. Maar alle gekheid op een stokje. Wat is er mis met dat woord? Simpel: we gebruiken het te veel en meestal nog verkeerd ook.
In het Nederlands kun je ‘voorzien’ alleen maar gebruiken als je wilt zeggen dat je iets van te voren ziet, dat je iets ziet aankomen, verwacht of voorspelt. Ik had kunnen voorzien, lees voorspellen, dat je meteen wist dat er iets loos was met ‘voorzien’ hierboven. Als je veel te hard over een ijsplek bent gereden en je bent geslipt, dan was dat te voorzien. Je had het kunnen zien aankomen.
Onze zuiderburen kunnen met ‘prévoir’ veel meer zeggen, maar daarom kunnen wij dat nog niet. Anders gezegd, ‘voorzien’ is heel vaak een gallicisme, een leenvertaling uit het Frans die botst met het Nederlands.
Geld voorzien op een begroting? Vergeet het maar. Hoe zou je geld kunnen verwachten of voorspellen? Je ‘trekt’ geld ‘uit’ op de begroting.
De copiloot heeft de automatische piloot vroeger uitgeschakeld dan voorzien? Had iemand dan voorspeld dat hij dat op een bepaald tijdstip zou doen? Nee, hij schakelde hem eerder uit dan ‘gepland’ of ‘voorgeschreven’. Ik ben niet technisch genoeg aangelegd om het preciezer te zeggen.
De daartoe voorziene ruimte? Hoe kun je nu een ruimte zien aankomen of verwachten? Je kunt de naam van het bestand intikken in de daartoe ‘bestemde’ ruimte.
En een wet die ‘voorziet’ dat ouders hun kinderen niet kunnen onterven? Hoe kan die nu voorspellen dat dat nooit zal gebeuren? De wet ‘bepaalt’ dat kinderen altijd zullen erven.
Nog een paar voorbeeldzinnen waarin je ‘voorzien’ niet kunt gebruiken: De wet ‘behelst’ een aantal uitzonderingen op de algemene regel. Er worden passende maatregelen ‘voorgesteld’. Voor de terugbetaling is een termijn van drie jaar ‘vastgesteld’. De vergadering is ‘gepland’ voor vanmorgen.
Zo, beste lezer, nu ben je goed voorzien van alternatieven. Ik hoop dat ik daarmee in een behoefte heb voorzien.