Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Ingoesjenland

De taalrubriek van deze week staat erg ver van ons bed. Dat komt omdat ik een noodkreet van onze man in Moskou heb gekregen: “Ruud, zeggen we Ingoesjetië of Ingoesjië (Ingoesjen, Ingoesjisch, etc.)?” Voor de niet-kenners: Johan Depoortere heeft het over de Russische deelrepubliek waarnaar een heleboel Tsjetsjenen zijn gevlucht.

Wat doet een taaladviseur die zelf geen flauw idee van het antwoord heeft? Hij vraagt het aan specialisten, meer bepaald aan een eminent hoogleraar die zitting heeft in de commissie Buitenlandse Aardrijkskundige Namen (BAN) van de Nederlandse Taalunie. Die commissie stelt de bekende Landenlijst samen en moet dus beslist weten hoe wij die Russische deelrepubliek noemen.

“O,” zegt onze hooggeleerde heer, “wij luisteren naar wat de media zeggen en dat honoreren we.” Tja, het verhaal van de kip en het ei. De media vragen het aan de BAN en de BAN luistert naar de media. Zo komen we er niet.

Even overleggen met een collega-taaladviseur van de schrijvende pers. Hallo, Ludo Permentier, wat doen jullie bij De Standaard? “Onze Rusland-kenner zegt dat in Nederlandstalige naslagwerken tot nu toe altijd Ingoesjië is gebruikt en dat Ingoesjetië een nieuwvorming is van de internationale persbureaus. Het is slecht omgezet Engels. Wij doen er niet aan mee.” In oude encyclopedieën vind je inderdaad alleen maar Ingoesjië, als het er al in staat natuurlijk.

Misschien kan een morfoloog me helpen? Een morfoloog is een taalkundige die zich bezighoudt met woordvorming. Hallo, Willy Smedts? “Ik vind dat we er vooral voor moeten zorgen dat de lijstjes blijven kloppen en dat we geen uitzonderingen maken.” Na een lange uiteenzetting kiest hij ten slotte voor Ingoesjië – Ingoesjiër – Ingoesjisch.

Maar waar komt Ingoesjetië dan vandaan? Die -et- kan toch niet zomaar uit de lucht zijn komen vallen? Even vragen aan onze vertaler Seger Bonebakker hoe de Russen de deelrepubliek noemen. Hij wist het wel zeker en hij heeft het me zwart op wit laten zien: de Russen zeggen ‘Ingoesjetia’ (Ингушетия). Daar komt die -et- dus vandaan, van de Russen zelf.

In het Nederlands hanteren we een aardig principe: volgens de Taalunie sluit de Nederlandse vorm bij voorkeur zo dicht mogelijk aan bij de brontaal, in dit geval het Russisch. Daarom kiezen wij voor de vorm Ingoesjetië. De inwoners noemen we ‘Ingoesjen’ en het bijvoeglijk naamwoord is ‘Ingoesjetisch’. Dan zijn we tenminste van die tongbreker ‘Ingoesjisch’ af. Wie dat tien keer na elkaar zonder haperen kan uitspreken, verdient een medaille.