Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Op de bon

Zelfs Martine Tanghe, die ooit een prijs heeft gewonnen omdat ze zulk goed Nederlands spreekt, maakt flagrante taalfouten. Dat schrijft een verontwaardigde kijkster, mevrouw Vandenwyngaert. Martine heeft meer dan eens ‘procesverbalen’ gebruikt in het journaal, en dat kan toch niet, hè meneer?

Mevrouw Vandenwyngaert heeft gelijk als ze zegt dat het meervoud eigenlijk ‘processen-verbaal’ moet zijn. Het woord is een samenvoeging van een zelfstandig naamwoord, ‘proces’, en een achtergeplaatst bijvoeglijk naamwoord, ‘verbaal’. Het betekent letterlijk ‘verbaal, woordelijk proces’. Logischerwijs krijgt het zelfstandig naamwoord de meervoudsuitgang. Dat verschijnsel doet zich bijvoorbeeld ook voor in ‘directeurs-generaal’ (algemeen directeur) en ‘auditeurs-militair’ (militaire auditeur).

Alleen staat de ontwikkeling van de taal niet stil. In de vorige editie van de Grote Van Dale wordt al duidelijk dat het woord ‘proces-verbaal’ langzamerhand anders wordt aangevoeld. Van Dale schrijft namelijk tussen haakjes dat het woord ook in één woord gespeld kan worden, alsof ‘verbaal’ een zelfstandig naamwoord is. Dat kan het ook zijn, want je kunt het kort over het ‘verbaal’ (het verslag) van een vergadering hebben. De nieuwere woordenboeken nemen allemaal zonder uitzondering ‘proces-verbaal’ en ‘procesverbaal’ op. Het meervoud dat bij die laatste vorm hoort is uiteraard ‘procesverbalen’.

‘Procesverbalen’ heeft stilaan ingang gevonden in de Nederlandse standaardtaal. In de nieuwe Woordenlijst van de Nederlandse taal wordt ook de spelling in één woord opgenomen. Ook in kranten en rapporten tref je het meervoud ‘procesverbalen’ aan. De fout van vroeger is intussen langzamerhand standaardtaal aan het worden of is dat al geworden. Iemand als mevrouw Vandenwyngaert, die nog precies weet waar het woord vandaan komt, vindt dat misschien verschrikkelijk, maar zo werkt taal nu eenmaal: wat eens fout was, wordt soms heel gewoon.


De Woordenlijst schrijft tegenwoordig uitsluitend ‘proces-verbaal’, met als meervoud ‘processen-verbaal’ en ‘proces-verbalen’.